Tarieven, een klein probleem !?

Mario Draghi. De voormalige ECB-voorzitter en Italiaanse premier wordt verondersteld met pensioen te zijn (77 jaar). Hij zit niet meer in de positie van 2012 toen hij de geschiedenisboeken inging met zijn beroemde ‘whatever it takes’ speech. Daarin kondigde hij aan dat de ECB alle middelen (de facto haar balans) zou inzetten om het voortbestaan van de euro veilig te stellen. Vorig jaar kluste hij nog wat bij met zijn rapport over de competitiviteit van Europa. Vrijdag in de Financial Times toonde hij dat hij nog steeds goed in het politieke en marktmomentum zit. Enig voluntaristisch out-of-the-box denken is hem nog steeds niet vreemd. Je hoeft het niet met hem eens te zijn, maar zijn betoog ging alvast niet ongemerkt voorbij. We proberen de essentie te capteren.
Een goede titel moet soms een beetje choqueren. ‘Vergeet de VS – De EU heeft met succes zichzelf tarieven opgelegd’. Ondertitel: ‘De interne belemmeringen en regulering wegen vele malen meer op de groei dan wat de VS eventueel zal opleggen’. In zijn analyse ziet Draghi twee structurele pijnpunten voor de ondermaatse Europese groei.
Vooreest is er de hoge muur van interne reglementering en barrières. Die zorgen er voor dat de intra-EMU handel ver achterblijft op de interne handel binnen de VS. Bovendien krijgen vooral de innoverende sectoren en diensten het meest papierwerk opgeld. De forse interne regulering en de onder meer daardoor beperkte Europese groei duwden Europese bedrijven vooral in de richting van buitenlandse handel. Die grote openheid/afhankelijkheid van de externe vraag (groot extern overschot) keert zich nu tegen Europa. Als tweede structureel manco wijst Draghi op de permanent ondermaatse vraag in Europa. De interne vraag als aandeel in het BBP blijft in Europa ver achter op de meeste andere ontwikkelde regio’s, en zeker vergeleken met de VS. De VS injecteerde via een soepel fiscaal beleid veel meer in de economie. Volgens Draghi is een dynamische vraag naar onder meer investeringsgoederen nodig om zowel de actuele groei als de productiviteit op peil te houden of te verbeteren. Vergeleken met de VS was Europa vooral bezig om zijn schuld beheersbaar te houden (op nationaal niveau) door een conservatief fiscaal beleid. Door de beperkte groei is ook dat niet echt gelukt. Hij zegt het niet met zoveel worden, maar de suggestie is dat meer uitgeven niet per definitie slechter is voor de beheersbaarheid van de schuld dan strikt besparen. De conclusie is dezelfde als in zijn rapport over de competitiviteit van Europa vorig jaar: meer uitgaven, best op een hoger Europees niveau. Waar hij in het artikel weinig over zegt is over inflatie. Ook dat is natuurlijk niet echt verrassend in zijn economisch-monetaire curriculum.
Van de theoretische analyse van Draghi naar de marktbeweging vandaag is een heel grote stap. Toch gaat de Europese rentemarkt vanmorgen naadloos mee in het gedachtengoed van Draghi. De Duitse/Europese rentes gaan tot 8 bpn hoger aan het lange eind van de curve. De marktcommentaren hangen die stijging vooral op aan de noodzaak van een fors hogere (Europese) defensie-inspanning in het licht van het steeds verder politiek uiteendrijven van Europa en de VS, onder meer naar aanleiding van de Amerikaanse aanpak van de oorlog in Oekraïne. Defensie als breekijzer naar een fiscaal ‘whatever it takes’ in Europa?
30-j rente Duitsland: fiscale (defensie-)uitgaven werken zich in de schijnwerpers als thema op de rentemarkt
