België

België

Economische Vooruitzichten België 

De vertrouwensenquêtes voor de Belgische economie lieten de voorbije maanden een gemengd beeld zien. Het consumentenvertrouwen verslechterde licht in april, na een stabilisatie in maart en opeenvolgende grotere dalingen in februari en januari. De NBB-indicator van het ondernemersvertrouwen viel terug in april, na twee opeenvolgende maanden te zijn gestegen. Belangrijk is dat verschillende toekomstgerichte enquête-indicatoren voor zowel de verwerkende nijverheid als de bouw nu het dieptepunt achter zich lijken te hebben gelaten, al blijven ze wel op een laag niveau (zie figuren BE1 en BE2). Dit kan erop wijzen dat het ergste in beide sectoren achter de rug is. Op basis van dit signaal hebben we onze prognose voor de Belgische reële bbp-groei in zowel 2024 als 2025 licht opgetrokken van 1,1% naar 1,2%. Hiermee liggen onze groeiprognoses volledig in lijn met de laatste IMF-vooruitzichten voor België, die midden april werden gepubliceerd. Zij zijn wel nog altijd wat voorzichtiger dan die van het Federaal Planbureau (1,4% in 2024 en 1,3% in 2025), die midden februari werden gepubliceerd.

De Belgische HICP-inflatie steeg in maart verder tot 3,8%, komende van 3,6% in februari. De kerninflatie (d.w.z. exclusief energie en voeding) daalde daarentegen opnieuw, van 4,0% naar 3,8%. De energieprijsdynamiek zorgde ervoor dat de algemene inflatie de afgelopen maanden opnieuw boven die in de eurozone is komen te liggen. In maart lag de Belgische inflatie 1,4 procentpunt hoger dan in de eurozone, terwijl ze in oktober vorig jaar nog 4,6 procentpunten lager lag (zie figuur BE3). Het positieve verschil inzake kerninflatie tussen België en de eurozone bleef onveranderd op 0,9 procentpunt. We houden vast aan onze jaargemiddelde inflatieprognose voor 2024 en 2025 van respectievelijk 3,8% en 2,1%. De onlangs gepubliceerde vooruitzichten van het IMF zijn iets gematigder, namelijk respectievelijk 3,6% en 2,0%.

Woningprijzen veren weer op

Begin april publiceerde Eurostat geharmoniseerde woningprijscijfers voor het vierde kwartaal van 2023. De Belgische prijzen stegen met liefst 2,2% tegenover het voorgaande kwartaal. Voor nieuwbouw (+5,9%) was de prijsstijging veel groter dan voor bestaande woningen (1,3%). Voor het volledige jaar 2023 kwam de woningprijsstijging in België uit op 2,5%, vergeleken met een prijsdaling van respectievelijk 0,3% en 1,1% in de EU27 en de eurozone. Voor een grote meerderheid van de EU-landen was de dynamiek van de woningprijzen in 2023 sterk gecorreleerd met hun economische groei. Landen met een relatief gunstige bbp-groei in 2023 (België, Bulgarije, Griekenland, Spanje, Kroatië, Cyprus, Malta, Portugal, Roemenië, Slovenië) zagen de woningprijzen behoorlijk of zelfs sterk verder stijgen. Landen met een negatieve of zwakkere bbp-groei (Tsjechië, Duitsland, Frankrijk, Italië, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Slowakije, Finland, Zweden) zagen de prijzen dalen of slechts zeer beperkt toenemen.

Opmerkelijk is dat voor België alle historische gegevens van de geharmoniseerde huizenprijsindex zijn herzien. Er werden met name technische wijzigingen aangebracht in het hedonische prijsmodel en in de aggregatieprocedure. Voorheen werd de index rechtstreeks op Belgisch niveau berekend. Nu wordt de index op nationaal niveau afgeleid van regionale indexcijfers, waarbij de regio’s een vast gewicht krijgen (jaarlijks aanpasbaar). Mede door de technische herzieningen maar vooral als gevolg van het sterke vierdekwartaalcijfer kwam de woningprijsstijging voor heel 2023 (2,5%) hoger uit dan onze laatste voorspelling (2,0%). We hebben beslist om de prijsvoorspelling voor 2024 licht te verhogen van 2,2% naar 2,8% en voor 2025 van 2,5% naar 3,0%. Terwijl de woningprijzen in 2023 weer sneller stegen dan de algemene CPI-inflatie, zij het heel beperkt, zullen ze in 2024 naar verwachting opnieuw achterblijven bij de inflatie, net als in 2022.

Zorgwekkende overheidsfinanciën

De voorbije weken waren er heel wat nieuwe cijfers en berichten over de Belgische overheidsfinanciën. In een rapport gepubliceerd op 26 maart voorspelde het Monitoringcomité, een groep ambtenaren van het Ministerie van Financiën, dat het begrotingstekort en de schuldgraad bij ongewijzigd beleid zouden stijgen tot respectievelijk 6,3% en 119% van het bbp tegen 2029. Een vergelijkbaar, zij het iets minder pessimistisch, vooruitzicht werd op 16 april door het IMF gepubliceerd, namelijk een tekort van 5,6% en een schuldgraad van 116% in 2029. De cijfers tonen eens te meer dat de sanering van de overheidsfinanciën de komende jaren één van de belangrijkste beleidsuitdagingen zal zijn.

In zijn advies van 29 maart ter voorbereiding van het Stabiliteitsprogramma 2024-2027 gaat de Hoge Raad van Financiën uit van een noodzakelijke structurele inspanning op 31 miljard euro voor de komende vijf jaar. Het advies is nog gebaseerd op de huidige begrotingsregels en op de prognoses van het Planbureau van februari. Die laatste zijn iets minder pessimistisch voor de overheidsfinanciën dan de recentere prognoses van het Monitoringcomité. Volgens het nieuwe Europese begrotingskader, dat op 23 april het fiat kreeg van het Europees Parlement, zou de inspanning van België wat kleiner zijn (beneden 30 miljard euro) en kan worden gekozen voor een meer geleidelijk traject over zeven jaar, op voorwaarde dat geloofwaardige investeringen en hervormingen worden doorgevoerd.

Op 22 maart publiceerde de Europese Commissie haar jaarlijkse Debt Sustainability Monitor. België is een van de twee EU-lidstaten (de andere is Slowakije) die nog altijd een hoog risico lopen inzake houdbaarheid van de schuld op zowel middellange als lange termijn. De classificatie weerspiegelt een sterke toename van de vergrijzingskosten in combinatie met een ongunstige budgettaire uitgangspositie. In lijn hiermee waarschuwde ratingbureau Fitch op 15 april dat de recente maatregelen inzake pensioenhervorming de toenemende kostendruk van de vergrijzing op de Belgische overheidsfinanciën niet echt zullen verlichten. Fitch handhaaft sinds maart vorig jaar een negatieve outlook voor de AA-rating van België. Gezien de bezorgdheid over de dynamiek van de overheidsschuld gaan wij ervan uit dat de 10-jaarse rentespread van België tegenover Duitsland wat zal toenemen van zo’n 50 basispunten vandaag tot 80 basispunten eind 2024.

Economische voorspellingen april 2024

Nationale rekeningen (reële jaarwijziging, in %)

  2023 2024 2025
Particuliere consumptie 1,4 1,5 1,4
Overheidsconsumptie 0,4 2,3 1,0
Investeringen in vaste activa 3,3 -2,2 2,4

Bedrijfsinvesteringen

6,3 -2,5 2,9

Overheidsinvesteringen

2,5 3,1 2,6

Investeringen in woongebouwen

-5,7 -4,5 0,6
Finale binnenlandse vraag (ongerekend voorraadwijzigingen) 1,6 0,8 1,6
Voorraadwijziging (groeibijdrage) 0,4 0,0 0,0
Uitvoer van goederen en diensten -3,3 -0,9 2,3
Invoer van goederen en diensten -2,8 -1,4 2,8
       
Bruto binnenlands product (bbp) 1,5 1,2 1,2
       
Beschikbaar gezinsinkomen 4,4 1,8 1,4
Bruto-gezinsspaarquote (in % beschikbaar inkomen) 14,6 14,9 14,7

Evenwichtsindicatoren

  2023 2024 2025
Inflatie (gemiddelde jaarwijziging, in %)      

Consumptieprijzen (geharmoniseerde CPI)

2,3 3,8 2,1

Gezondheidsindex (nationale CPI)

4,3 3,5 2,1
       
Arbeidsmarkt      

Werkgelegenheid (jaarwijziging, in 1000, einde jaar)

29,2 20,0 30,0

Werkloosheidsgraad (in % van de beroepsbevolking, einde jaar, Eurostat definitie)

5,6 5,6 5,5
       
Overheidsfinanciën (in % van het bbp bij ongewijzigd beleid)      

Netto-financieringssaldo

-4,4 -4,5 -4,9

Overheidsschuld

105,2 105,7 107,4
       
Saldo lopende rekening (in % van bbp) -1,0 -0,5 -1,0
       
Woningprijzen (gemiddelde jaarwijziging in %, bestaande en nieuwe woningen, Eurostat definitie) 2,5 2,8 3,0

Andere voorspellingen

Wereld

Ierland

Centraal- en Oost-Europa