Economische Vooruitzichten België
De meeste sentimentsindicatoren daalden in de laatste maand van 2024, wat de bezorgdheid over de groei van de Belgische economie nog deed toenemen. De verdere afname van het consumentenvertrouwen was vooral te wijten aan minder optimistische verwachtingen over de werkloosheid. De verslechtering volgt op de vertraging van de jobcreatie doorheen 2024. Het ondernemersvertrouwen daalde na twee maanden van verbetering en zette zijn neerwaartse trend sinds het voorjaar van 2024 voort. Het vertrouwen verslechterde in bijna alle sectoren. De bouw was de enige sector die het vertrouwen in december zag toenemen, voor de derde maand op rij. Een scherpe daling van het vertrouwen in de dienstverlening aan bedrijven maakte een abrupt einde aan de positieve trend in de sector sinds augustus. Het vertrouwen in de verwerkende nijverheid daalde opnieuw, waardoor de opmerkelijke stijging van de vorige maand meer dan teniet werd gedaan. De daling van het sentiment in de sector begon in het voorjaar van 2024 en werd sterk gedreven door een minder gunstige beoordeling van de orderpositie. Dat laatste ligt in lijn met de pessimistischere inschatting door bedrijven van hun concurrentiepositie (zie figuur BE1).
Faillissementen stijgen
De verzwakking van het ondernemingsklimaat weerspiegelt zich ook in de ontwikkeling van het aantal faillissementen. Vorig jaar gingen meer dan 11.000 bedrijven failliet, een stijging van 7% ten opzichte van 2023. In de bouw- en transportsector bereikte het aantal faillissementen een recordhoogte. In de verwerkende nijverheid bleef dat aantal, ondanks het vele slechte nieuws over de sector, ruim onder de piek van 2013. Voor de economie als geheel impliceert de stijging van het aantal falingen grotendeels een normalisering na de kunstmatig lage cijfers tijdens de periode van pandemie. Aangezien het aantal actieve bedrijven gestaag bleef groeien, is de falingsgraad (d.w.z. het aantal faillissementen per 100 actieve bedrijven) een betere indicator. In 2022 en 2023 steeg die tot respectievelijk 0,66% en 0,72%, tegenover een historisch dieptepunt van 0,46% in 2021 (zie figuur BE2).
Voor 2024 zijn nog geen gegevens over het aantal actieve bedrijven beschikbaar. Hoewel de falingsgraad verder is gestegen, bleef het cijfer allicht ruim onder het recordniveau dat in 2013 volgend op de staatsschuldencrisis werd bereikt. In vergelijking met de buurlanden steeg het aantal faillissementen in België bovendien eerder, maar per saldo niet sterker (zie figuur BE3).
We behouden onze prognose voor de reële bbp-groei in 2025 op 0,6%. Voor 2026 zien we de Belgische economische activiteit met 0,9% toenemen, wat nog altijd lager is dan de potentiële groei. Deze eerder sombere vooruitzichten houden verband met de verwachte protectionistische wending van de VS na de herverkiezing van president Trump. In dit scenario, dat zich aan de onderkant van de range van voorspellers bevindt, blijft vooral de verwerkende nijverheid het moeilijk hebben. De groeirisico's voor de Belgische economie zijn evenwel opwaarts gericht en hangen af van het effectief door Trump gevoerde beleid. Een lager dan verwachte verhoging van de invoertarieven zou ons bbp-groeivooruitzicht voor 2025 en 2026 optillen.
De Belgische geharmoniseerde inflatie (HICP) kwam voor december uit op 4,4%, komende van 4,8% in november. Voor het jaar 2024 als geheel bedroeg de Belgische inflatie gemiddeld 4,3%. Hiermee noteerde het cijfer opnieuw ruim boven de inflatie in de eurozone, wat het geval was in 16 van de afgelopen 20 jaar (zie figuur BE4). Een grotere gevoeligheid voor de marktprijzen voor energie, de statistische behandeling van energiegerelateerde fiscale maatregelen en een hogere voedingsprijsinflatie waren de voornaamste factoren die hieraan ten grondslag lagen. In ons geactualiseerd scenario verwachten we nu dat de Belgische inflatie dit jaar gemiddeld 2,8% zal bedragen, tegenover 2,6% in de vorige prognose. De herziening ligt in lijn met het herziene inflatievooruitzicht voor de eurozone en weerspiegelt de iets hogere verwachte energie-inflatie. Het vooruitzicht voor de gemiddelde HICP-inflatie in 2026 bedraagt 2,2%.
Woningprijzen Q3 2024
Eurostat publiceerde begin januari geharmoniseerde woningprijscijfers voor het derde kwartaal van 2024 (zie ook ons Economisch Bericht “Europese woningmarkt koelt niet langer af”). In België stegen de woningprijzen volgens de Eurostat-methodologie met 1,6% tegenover het voorgaande kwartaal. Dat is een versnelling ten opzichte van de kwartaalwijziging in Q2 (-0,3%) en Q1 (+0,8%). Het Q3-cijfer bevestigt dat de Belgische woningmarkt de afkoeling wellicht achter zich heeft gelaten. Sinds de tweede helft van 2023 was er een opmerkelijk verschil inzake prijsdynamiek tussen bestaande en nieuwe woningen. Het prijsherstel van bestaande woningen was gematigder, maar versnelde in Q3 2024. Voor nieuwbouw zorgden de opnieuw zwakke cijfers in Q2 en Q3 daarentegen voor een welgekomen tempering, na een gecumuleerde prijsstijging van liefst 8,1% tussen Q2 2023 en Q1 2024 (zie figuur BE5). Gezien de iets sterker dan verwachte prijsstijging in Q3 2024 voor het totaal aantal verkochte woningen, hebben we onze raming voor de gemiddelde woningprijsstijging in 2024 bijgesteld van 2,9% naar 3,1%. Rekening houdend met de verwachte ontwikkeling van de marktfundamentals, gaan we ervan uit dat de Belgische woningprijzen gematigd verder blijven stijgen, met zo’n 3% per jaar in zowel 2025 als 2026.