Economische Vooruitzichten België
Het Instituut voor de Nationale Rekeningen bevestigde de eerdere flashraming van de bbp-groei voor het eerste kwartaal van 2025 op 0,4%. Het cijfer impliceert een versteviging van de kwartaalgroei in vergelijking met de vorige kwartalen en toont aan dat de Belgische economie aan het begin van het jaar nog verrassend goed presteerde. De gezinsconsumptie bleef de belangrijkste drijvende kracht achter de bbp-groei, maar de stijging ervan (+0,6%) zwakte wel af. De woninginvesteringen van de huishoudens daalden met 1,3%. De overheidsconsumptie en -investeringen krompen met respectievelijk 0,1% en 2,9%, waarbij de scherpe daling van de laatste deels te wijten was aan uitzonderlijke investeringen in het voorgaande kwartaal. De bedrijfsinvesteringen stegen met een sterke 1,7%. Zowel de uitvoer als de invoer krompen, met respectievelijk 0,4% en 0,5%, wat resulteerde in een licht positieve groeibijdrage van de netto-uitvoer (+0,1 procentpunt). Er was geen zichtbare impact van naar voren geschoven uitvoer als anticipatie op de door de VS aangekondigde invoertarieven. De bijdrage aan de bbp-groei van voorraadwijzigingen, tot slot, was met -0,1 procentpunt licht negatief (zie figuur BE1).

Opvallende indicatoren
De voorbije maanden lieten enkele indicatoren een opvallende ontwikkeling zien. Ten eerste veerde het consumentenvertrouwen, na een daling in maart en april, terug sterk op in mei en juni. De verbetering was het gevolg van een positievere verwachting van consumenten over de algemene economische situatie alsook van afnemende zorgen over de werkloosheid. De recente ontwikkeling van de indicator verrast gezien de toenemende onzekerheid over de wereldhandel en geopolitieke situatie. Bovendien is de lagere vrees voor werkloosheid in tegenspraak met de effectieve evolutie van de werkloosheidsgraad. Als tweede opvallende indicator steeg de Belgische geharmoniseerde werkloosheidsgraad behoorlijk sinds de zomer van 2024, deels na een opwaartse herziening door Eurostat van eerder gepubliceerde cijfers. Na een tijdlang rond 5,5% te hebben genoteerd, bereikte de werkloosheidsgraad 6,4% in april 2025. Het Belgische cijfer lag daarmee voor het eerst in bijna 20 jaar boven dat in de eurozone (zie figuur BE2).

Op het eerste gezicht lijkt de verslechtering van de werkloosheidsgraad erop te wijzen dat de arbeidsmarkt, na tijdens de voorbije crisissen goed stand te hebben gehouden, nu ernstig verslechtert. Dit staat echter in contrast met andere arbeidsmarktindicatoren die het nog altijd vrij goed doen. Zo is de netto banengroei in de afgelopen kwartalen weer aangetrokken: in het eerste kwartaal van 2025 steeg de binnenlandse werkgelegenheid met 0,3% tegenover het vorige, vergeleken met 0,1% en 0,2% in respectievelijk het derde en vierde kwartaal van 2024. In de diensten kwamen er weer meer banen bij, in de bouw gingen er niet langer banen verloren en in de industrie was het banenverlies kleiner. De tegenstelling in de arbeidsmarktcijfers wordt verklaard door het feit dat, naast de stijging van de werkloosheid, ook de participatie- en werkgelegenheidscijfers de afgelopen kwartalen zijn gestegen. De participatiegraad (actieve bevolking in % 15-74) steeg daarbij sterker dan de werkgelegenheidsgraad (werkenden in % 15-74), wat de stijging van de werkloosheidsgraad (werklozen in % van de actieve bevolking) aanwakkerde (zie figuur BE3). Voor meer details, zie het nieuwe KBC Economisch Onderzoeksrapport van 27 juni: “Belgische arbeidsmarkt kent zwakkere periode maar geen dramatische verslechtering”.

Kleine scenariowijzigingen
Er werden geen grote wijzigingen aangebracht aan ons groeiscenario voor de Belgische economie. We geloven nog altijd dat de kwartaalgroei van het reëel bbp in het tweede en derde kwartaal (bijna) tot stilstand zal komen. Meer in het bijzonder verwachten we dat de groei van de finale binnenlandse vraag de komende kwartalen zal matigen, terwijl de bijdrage aan de groei van de netto-uitvoer waarschijnlijk negatief zal worden als gevolg van de protectionistische maatregelen. Door erg kleine wijzigingen in het kwartaalgroeipad ligt onze prognose voor de groei in heel 2025 nu wel iets hoger dan vorige maand, namelijk op 0,8% in plaats van 0,7%. Ook voor 2026 wordt een jaargroei van 0,8% verwacht, wat onveranderd is ten opzichte van de prognose van vorige maand. We hebben het vooruitzicht voor de werkloosheidsgraad naar boven bijgesteld, maar dit is louter het gevolg van de opwaartse herziening door Eurostat van eerdere cijfers (zie hierboven). Concreet gaan we nu uit van een geharmoniseerde werkloosheidsgraad van 6,6% tegen eind 2025. We zien die weer wat lager, op 6,4% tegen eind 2026, dit mede als gevolg van de demografische druk op de beroepsbevolking.
De algemene inflatie in België (HICP-definitie) daalde in mei tot 2,8% als gevolg van een verdere afname van de energie- en voedingsprijsinflatie. De kerninflatie (d.w.z. exclusief energie en voeding) daalde slechts licht en kwam uit op 2,1%. Onze inflatieprognoses blijven in grote lijnen ongewijzigd met slechts kleine herzieningen van de jaarlijkse inflatie, die nu ligt op 3,0% in 2025 en 1,7% in 2026. Wat ten slotte de rente betreft, valt op dat de spread van België met Duitsland nauwelijks reageerde op de downgrade van de kredietrating van België door Fitch op 13 juni. Het ratingbureau verlaagde de rating van België van AA- naar A+ (met een stabiele outlook) op basis van verslechterende overheidsfinanciën en een onzekere begrotingssanering. Het valt nog te bezien of een mogelijke tweede ratingverlaging door andere ratingbureaus een groter effect op de Belgische spread zal hebben (Moody’s bekijkt zijn rating voor België in oktober). Veel fondsen zijn maar verplicht obligaties te verkopen zodra ook een tweede ratingbureau zijn ratingbeoordeling verlaagt.