Norges Bank nadert het eindspel

Na de Riksbank in december nadert nu ook de Norges Bank (NB) het eindspel in de monetaire cyclus. Maar daar stopt de vergelijking al meteen. Zweden werkt naar een van de laatste renteverminderingen toe. In Noorwegen moet de eerste nog plaatsvinden. Gouverneur van de Norges Bank Ida Wolden Bache schoof vanmorgen de beleidsvergadering van 27 maart naar voor als startpunt.
Dat betekent meteen dat op die van vandaag de beleidsrente op een onveranderde 4.5% bleef. Dat is al zo sinds december 2023. Aanvankelijk was dat om hardnekkig hoge inflatie het hoofd te bieden. Gaandeweg vervulde de hardnekkig zwakke Noorse munt de rol als belangrijkste motivator. Sinds het rente status quo in werking trad, matigde het Noorse prijsstijgingstempo van +/- 5% naar 2.2% in december 2024. De onderliggende maatstaf gezuiverd voor volatiele componenten zoals energie halveerde van 5.5% tot 2.7%. Beide blijven boven de 2%-doelstelling, maar de al afgelegde weg creëert in theorie de ruimte voor renteverlagingen. Dat laat consumptie en investeringen toe om de fakkel over te nemen van publieke uitgaven als groeimotor. De Noorse kroon is echter spelbreker. De munt verloor over dezelfde periode dik 5% t.o.v. de euro. EUR/NOK trok van 11.20 naar ongeveer 11.80 vandaag en zette in de weg daar naartoe zelfs even een nieuw record neer (> EUR/NOK 12) – abstractie gemaakt van de korte maar extreem illiquide periode net na de Covid-uitbraak. Een belangrijk deel van de verklaring voor die zwakke prestatie ligt in de oliemarkt. De prijs van een vat ruwe Brentolie stond in de loop van 2024 onder druk, net als de vraag van haar belangrijkste (Europese) handelspartners.
De NOK blijft de Achilleshiel van de op til zijnde beleidsnormalisatie. De Noorse centrale bank flankeert ze daarom met enkele belangrijke nuances. Het monetair beleid moet bijvoorbeeld voldoende restrictief blijven. In de voorspellingsronde van december zette de NB de beleidsrente niet lager dan 3% aan het eind van de horizon (2027). Inflatie verwacht ze boven doelstelling met 2.4% achteraan de tabellen (2027), zowel op algemeen als onderliggend niveau. Voor de Noorse kroon blijft het een magere troost. De munt heeft de internationale monetaire context tegen: de ECB nadert niet later dan de zomer het eindpunt en de manoeuvreerruimte bij de Fed is uiterst beperkt is. Het herstel van de olieprijs sinds eind december is in principe positief voor de NOK maar enkel als de belangrijkste afnemers op de afspraak zijn. En dan is er nog Trump en zijn handelsbeleid. Het is voor de Norges Bank nog niet duidelijk wat de implicaties van Trump 2.0 zullen zijn, noch op de globale groei noch op de Noorse prijsontwikkelingen. Maar de extra laag van onzekerheid vult het rijtje NOK-obstakels enkel nog aan. De historisch zwakke NOK-koers impliceert wel dat de munt zich al aan een en ander verwacht. Tegen die achtergrond houden we het voorlopig op zijwaartse EUR/NOK-handel tussen 11.6 en 12.0.
EUR/NOK: zwakke kroon blijft Achilleshiel van de op til zijnde Noorse beleidsnormalisatie
