Poolse beleidsrente zet nieuwe stap richting neutraal
De Poolse centrale bank verlaagde gisteren de beleidsrente met 25 bpn, tot 4.75%. Het is de eerste rug-aan-rug rentevermindering in twee jaar tijd. De vorige keer dateerde van september-oktober 2023. Toen kapte de Nationale Bank van Polen (NBP) cumulatief 100 basispunten van de rente in de aanloop naar de verkiezingen. Het niveau van toen, 5.75%, was lang de standaard. Pas in mei van dit jaar pikte de centrale bank de draad weer op met een renteverlaging van 50 bpn.
De NBP veranderde eerder dit jaar het geweer van schouder omwille van een gunstig verloop van het prijspeil. Inflatie nestelde zich tussen september 2024 en maart 2025 op en rond de 5%. Dat is ver boven de NBP-doelstelling van 2.5%, zelfs met de toegelaten afwijking van 1 procentpunt. Sinds april zijn er sporen van matiging die zich ook in augustus doorzetten. Poolse inflatie koelde vorige maand af van 3.1% tot 2.8%. Het gaf voorzitter Glapinski en zijn entourage de ruimte om de monetaire teugels een beetje te lossen. De vraag is nu vooral hoeveel bewegingsvrijheid de NBP nog heeft voor de rest van 2025. Die wordt deels bepaald door de externe omgeving. De Fed bereidt zich voor op minstens één maar wellicht nog meerdere renteverlagingen dit jaar. Maar zowel de dichte Centraal-Europese collega’s zoals Tsjechië en Hongarije als de Europese Centrale Bank zijn waarschijnlijk uitgespeeld.
Op binnenlands vlak manen de cijfers aan tot voorzichtigheid. De tempering van algemene inflatie is onder andere een energieverhaal. Brandstofprijzen bijvoorbeeld laten dit jaar met uitzondering van januari (0.0% j/j) een negatieve jaarwijziging optekenen. Onderliggende graadmeters die abstractie maken van energie en voeding stabiliseren de laatste maanden nabij de bovengrens van de doelstelling (3.5%). Dat komt grotendeels door stevige diensteninflatie, wat op zijn beurt het gevolg is van sterke loongroei. De Poolse consument vaart er wel bij: van de 3.4% jaar-op-jaargroei in het vorige kwartaal kwam liefst 2.6 procentpunt op het conto van private consumptie. De eerste reeks maandcijfers (juli) wijzen op een verderzetting van die trend. De bedrijfsinvesteringen lieten het wat afweten maar hebben aanzienlijk potentieel bij de uiteindelijke wederopbouw van Oekraïne.
De NBP erkent de hierboven aangehaalde elementen als opwaartse inflatierisico’s en voegt een expansief fiscaal beleid toe aan het lijstje. Ze behoudt daarom de aanpak zoals we die kennen van de ECB: de economische cijfers dicteren het rentebeleid. De informatieve waarde daarvan is nihil en het is afwachten of de voorzitter tijdens de persconferentie straks meer te bieden heeft. In de veronderstelling dat Poolse inflatie nog ruimte heeft voor een verdere daling, sluiten we bijkomende renteverlagingen dit jaar niet uit. De markt ziet het dieptepunt in de cyclus rond 4%, een niveau dat aanleunt tegen de evenwichtsrente. Er is een reële kans dat de NBP zo ver niet raakt. De economische en monetaire fundamenten leggen een sterke bodem onder de zloty. Die doet het eigenlijk al enkele maanden niet slecht. Zelfs opflakkeringen van risicoaversie zoals dinsdag hebben vooralsnog weinig impact. Begin april onderging de munt een herpositionering tijdens Liberation Day. De timing van de NBP om net die dag de nakende beleidsbocht in de markt te zetten was wat ongelukkig. Maar sindsdien evolueerde EUR/PLN in een langzaam sluitende driehoeksformatie met het risico op een breuk aan de onderzijde (PLN-sterkte). In dat scenario richt de blik zich op EUR/PLN 4.22/4.20.
EUR/PLN evolueert in sluitende driehoeksformatie. Breuk aan de onderkant effent het pad richting 4.2