Even rustig achterover leunen en kijken
In tegenstelling tot pakweg begin dit jaar kreeg het EMU-inflatierapport voor de maand augustus gisteren nauwelijks aandacht in de marktcommentaren. Prijsdata zijn voorlopig geen determinerende factor voor het ECB-beleid. Die kan even achterover leunen en de zaak vanop afstand bekijken.
EMU-inflatie klokte af op 0.2% m/m en 2.1% j/j (2% in juli). De kerninflatie (exclusief voeding en energie) bleef onveranderd op 2.3 j/j. Energieprijzen temperden het algemeen cijfer (-0.6% m/m; -1.9% j/j). Diensteninflatie blijft hoger, maar koelt verder af (0.3% m/m, 3.1% j/j). Verrassingen bleven uit.
Minstens even interessant als de data zelf, was de quasi gelijktijdige monetaire duiding in een interview van het invloedrijke Duitse raadslid Isabel Schnabel met Reuters. Ze wees op de weerbaarheid van de Europese economie. Die groeit ondanks de handelsturbulentie nog steeds kort bij de natuurlijke trend (0.3% per kwartaal). Als de internationale onzekerheid afneemt en de fiscale stimulus doorsijpelt naar de economie, dan ziet het groeibeeld er mogelijk beter uit dan bij de ECB-projecties in juni. Inzake inflatie kan de ECB de kat uit de boom kijken. Door volatiele energieprijzen en andere aanbodschokken zal inflatie hoe dan ook op een neer springen rond de 2%-doelstelling. Schnabel ziet vooral opwaartse risico’s eerder dan het gevaar dat inflatie opnieuw voor te lange tijd te laag blijft. In dit verband houdt de ECB zeker de voedselprijzen in het oog. Die zijn niet enkel een inflatiebron op zich, maar ook van meer dan gemiddeld belang in de inflatieverwachtingen. Schnabel is er verder niet van overtuigd dat de sterkere euro (ingevoerde) inflatie tempert in een context van een voldoende sterke vraag. Hogere invoertarieven op wereldschaal zijn via de algemene toeleveringsketen uiteindelijk structureel inflatoir. Dat geldt ook voor het stimulerend fiscaal beleid. Schnabel concludeert dat het beleid mogelijk al lichtjes accommoderend is en ziet geen reden om de rente te verlagen.
Markten houden nog steeds rekening met de kans (+/- 60%) dat de ECB de rente alsnog een laatste keer verlaagt. Zoals de kaarten nu liggen is dat debat dit jaar niet meer aan de orde. In de notulen van de juli-vergadering benadrukte de ECB alvast dat ze absoluut geen aanwijzing meer wil geven over de volgende stap in haar beleid (deliberately uninformative). Als de laatste renteknip achter de rug is, wordt de vraag natuurlijk wanneer de rente eventueel opnieuw moet/kan/zal worden verhoogd. Voorlopig is dat niet meer dan een oefening in hypothetisch denken. Toeval of niet, maar vanmorgen liet het Sloveens ECB-raadslid (Primoz Dolenc) alvast optekenen dat de volgende ECB-rentestap even goed een verhoging dan een verlaging kan zijn. Tot nader bericht zitten de korte EMU-rentes waarschijnlijk nog wel even geblokkeerd. De actie speelt zich ondertussen af aan het lange eind van de curve, waar de het fiscale thema voor opwaartse druk blijft zorgen.
2-j Europese swaprente laat bodem achter zich