Sterke kroon hoeft (voorlopig) niet voor RB
Deze week kaapten de bespiegelingen over de Jackson Hole speech van Fed-voorzitter Powell zowat alle monetaire aandacht weg. Rentevergaderingen in Nieuw-Zeeland (25 bpn renteknip tot 3%) en Zweden (stabiel op 2%) bleven daardoor onder de radar. We pikken de verhaallijn van de Riskbank (RB) even op.
In tegenstelling tot de buren van de Norges Bank (eerste renteknip pas in juni), loopt de Riskbank een parcours dat in belangrijke mate wordt afgetoetst aan het ECB-pad. Toch is het geen volledige ‘copy-paste’. De RB startte vorig jaar iets vroeger dan de ECB en ‘landde’ in januari al op 2.25%. Onder meer omwille van de groeirisico’s als gevolg van de Amerikaanse tarieven, kwam de RB in de lente op haar stappen terug. Ze verlaagde de beleidsrente in juni alsnog tot 2%. Na de wat voortvarende pauze begin dit jaar, pint de RB zich niet meer vast aan het einde van de rentecyclus. De optie voor een bijkomende stap bleef en blijft open.
De RB bracht dinsdag enkel een beperkte kwalitatieve economische update. Een uitgebreid beleidsrapport volgt in september. Het herstel loopt achter op de (al aanzienlijk neerwaarts bijgestelde) groeiverwachting van juni (1.2% dit jaar). De centrale bank blijft wel hoopvol over beterschap (bij bedrijven en de consument) later dit jaar en volgend jaar. Vervelend vanuit het oogpunt van monetair beleid: ook de inflatie blijft hoger dan verhoopt. De voorkeurmaatstaf (CPIF, met een vaste rentekost) blijft met 3% aanzienlijk boven de 2% doelstelling. CPIF kerninflatie (ex energie) verdapperde zelfs tot 3.2%. De RB wijt dat aan, volatiele/technische factoren. Onderliggend is er naar verluidt geen probleem. U kent ondertussen onze terughoudendheid over het nuanceren van oncomfortabele inflatieverrassingen. In een data-afhankelijke aanpak, houdt de RB de deur open voor een laatste renteknip.
De reactie van zowel de rentemarkt als de kroon op de RB-beslissing was beperkt. De geldmarkt ziet een kans van ongeveer 75% op een bijkomende laatste knip later dit jaar, iets meer dus dan bij de ECB (60%, eventueel volgend jaar). Na een sterke rit begin dit jaar leverde de kroon omwille van de handelsonzekerheid na Liberation Day, een groot deel van die winst in. EUR/SEK is ondertussen geblokkeerd in een zeer enge band nabij 11.20. Ondanks die verzwakking, gaat de RB ervan uit dat de kroon toch nog steeds een temperend effect heeft op de inflatie. We lezen tussen de regels: sterker hoeft (voorlopig) niet. De indicatie van begin dit jaar over een onderwaardering van de Zweedse munt is hiermee ook weer (minstens) tijdelijk opgeborgen. De kroon heeft bevestiging nodig van een cyclisch herstel, zowel binnenlands als internationaal. De tekenen daarover zijn voorlopig te ‘diffuus’. In deze context blijft EUR/SEK 11.00 op korte termijn mogelijk een harde noot om kraken voor de kroon.
EUR/SEK: Kroon geblokkeerd