Norges Bank: langzaam en niet zeker
Deze week beslisten verscheidene centrale banken over hun beleidsrente. Meestal lag de beslissing op zich al vast (Fed -25 bpn tot 4%/4.25%; Bank of England onveranderd op 4%, Bank of Japan vanmorgen onveranderd op 0.5%, Banco Central do Brazil onveranderd op 15%). Bij de Norges Bank (NB) was het gisteren wel nog een dubbeltje op zijn kant. Uiteindelijk viel het dominosteentje richting een renteknip met 25 bpn tot 4%. Toch is dit geenszins de voorbode van versnelling van het normalisatieproces. Integendeel.
Alle vergelijkingen lopen mank, maar zoals bij de Fed woensdag kan je de NB-renteverlaging zien als een voorzorgsmaatregel: vermijden dat een te strikt beleid op termijn de groei nodeloos afremt. Op dit ogenblik zijn daarvan wel weinig tekenen. De Noorse economie groeide in het eerste en tweede kwartaal respectievelijk 1.2%% kw/kw en 0.6% kw/kw. Een belangrijke enquête ter voorbereiding van de beslissing vorige week toonde dat bedrijven ook uitgaan van een sterk derde kwartaal. De NB verwacht 0.4% kw/kw. De economie draait kort bij haar volledige capaciteitsbezetting. Echte stimulering is dus zeker niet nodig.
Ondertussen blijft de inflatie (3.5% j/j algemeen, 3.1% kern) ver weg van de 2%-doelstelling. Ietwat eufemistisch concludeert de NB dat haar job om inflatie naar de doelstelling te brengen nog niet helemaal voltooid is. En dat proces dreigt zelfs nog net iets trager te verlopen dan ze in juni hoopte. Voor 2026 verwacht de NB nog steeds 2.8% (onderliggende) inflatie. De evidente conclusie is dan ook dat het beleid nog iets langer restrictief moet blijven. Wat ‘iets langer’ moet voorstellen? De NB tekent in haar beleidsrapport een verwacht rentepad uit dat de beleidsrente richting 3.25% brengt … eind 2028! Grosso modo één stapje van 25 bpn per jaar dus. Als alles volgens plan verloopt natuurlijk. De NB voerde haar eerste renteknip van de cyclus pas door in juni (start op 4.5%). Voorlopig is dit een proces van ‘fine-tuning’ op hoog niveau, eerder dan de start van echte normalisatie.
De kroon verloor gisteren gedurende de dag lichtjes terrein, maar dat had eerder te maken met de algemene marktcontext (hogere rentes in de kernlanden, intraday terugval van de olieprijs) dan met de NB-rentebeslissing. In een iets langer perspectief bevindt de EUR/NOK-combinatie zich perfect in het midden van het consolidatiepatroon (11.09/12.22) dat de handel al sinds het voorjaar van 2023 markeert. In tegenstelling tot bijvoorbeeld het pond, wordt de blijvend hoge Noorse beleidsrente niet enkel ingegeven door te hoge inflatie. De groei kan die ook best verdragen. Anderzijds dreigt de structureel hogere inflatie, en hogere reële effectieve wisselkoers, de competitiviteit aan tasten. De NB ziet de handelsgewogen NOK-index (I-44 index) alvast stabiel over de beleidshorizon. Gesteund door een nog steeds positieve (verwachte) reële beleidsrente van om en bij de 1% (basis CPI-ATE) kan de kroon in geval van een aanhoudend constructief risicosentiment wat versterken (neerwaarts EUR/NOK) in de vermelde handelsband. EUR/NOK 11.40 en 11.26 zijn eerste weerstandsniveaus.
EUR/NOK: Kroon behoudt uitzicht op (reële) rentesteun.