Lagarde laat het achterste van haar tong niet zien
De ECB heeft de situatie onder controle. Voorzitster Lagarde’s kerstboodschap was vandaag minstens even belangrijk dan die van prijsstabiliteit. De depositorente bedraagt 2% en dat zal de volgende maanden zo blijven. De centrale bank schat de economische toekomst iets rooskleuriger in dan in september. Het groeipad ligt nu op 1.4%-1.2%-1.4% voor de periode 2025-2027 ipv 1.2%-1%-1.3%. De eerst puntvoorspelling voor 2028 bedraagt eveneens 1.4%. Consumptie blijft de belangrijkste groeimotor, maar investeringen en uitvoer droegen ook hun steentje bij. In het algemeen toonde de Europese economie zich bijzonder weerbaar ondanks de onzekere globale context. De huidige beleidsparameters voorzien in een geleidelijke terugkeer naar de 2%-inflatiedoelstelling tegen 2028. De weg daar naartoe loopt via gemiddeld 2.1% dit jaar over 1.9% volgend jaar (van 1.7%) via 1.8% in 2027 (van 1.9%). Onderliggende kerninflatie laat zich iets moeilijker temmen: gemiddeld 2.4%-2.2%-1.9%-2% voor de periode 2025-2028. De ECB onderschatte in het laatste kwartaal de kracht van loon- en diensteninflatie.
Aan de aanwezige journalisten liet Lagarde het achterste van haar tong niet zien. Die probeerden meerdere keren de Françaises visie over de volgende ECB-zet te achterhalen, maar in tegenstelling tot ECB-raadslid Schnabel (hoger!) gaf ze niet thuis. In tegendeel. Lagarde sprak over unanimiteit binnen de ECB over het behouden van alle optionaliteit. De rest van de persconferentie had bijzonder weinig om het lijf.
De positievere economische lezing gaf Europese rentes en EUR/USD een duwtje in de rug. Ze kantelen de balans van de volgende ECB-zet, zij het na een lange pauze, voorzichtig verder in de richting van een renteverhoging ipv renteknip. Tussen het perscommuniqué en Lagarde’s persbabbel publiceerde de Amerikaanse statistische dienst het inflatierapport voor de maand november. Hoewel onvolledig omwille van de government shutdown en het ontbreken van oktobercijfers valt op dat zowel hoofd- als onderliggende kerninflatie op jaarbasis sterk terugviel: tot respectievelijk 2.7% en 2.6% (tov marktconsensus van 3.1% en 3%). Via lagere Amerikaanse rentes (tot 5 basispunten aan het korte eind van de rentecurve) hielpen de inflatiecijfers EUR/USD van 1.1720 tijdelijk richting 1.1760. De ECB-beslissingen betekenden aanvankelijk ook een einde aan de dagdaling in EUR/GBP. Het Britse pond profiteerde na een renteknip met 25 basispunten tot 3.75% door de Bank of England. De beslissing was even nipt als vorige keer (5-4) maar BoE-voorzitter Bailey wisselde van kamp. Britse rentes en het pond veerden toch op omdat drie van de vijf pleitbezorgers voor een renteknip vandaag meer bewijs zoeken om dat gedrag in januari te herhalen. Ofwel van het disinflatieproces (vooral lonen) ofwel van een verzwakking van de arbeidsmarkt. De data zullen meer dan eens bepalen over de snelheid van het normalisatiepad lager. De beperkte ruimte richting neutraal betekent dat de cijfers over de nodige overtuigingskracht moeten beschikken. De Europese rentebeweging en het euromomentum vielen stil nadat Lagarde de verzamelde pers resoluut liet verstaan dat de centrale bank omwille van de onzekere toekomst geen forward guidance kan geven.
EUR/GBP test onderkant van oplopend handelskanaal na BoE-vergadering