Europese PMI’s houden ECB stevig in het zadel
Voor het eerst sinds de uitbraak van Covid-19 pandemie bleef het PMI-bedrijfsvertrouwen een volledig kalenderjaar boven het 50-niveau dat groei van contractie scheidt. Sinds de start van het jaar heeft het PMI-verloop veel weg met het vertrek van een stoomlocomotief. Langzaam maar zeker won het economisch herstel na een zwak laatste kwartaal van 2024 aan momentum. Na een valse start in het begin van het jaar klom het overkoepelende PMI-vertrouwen van 50.2 in mei tot 52.8 in november. In december volgde voor het eerst in zes maanden een terugval, iets meer dan verwacht, van 52.8 tot 51.9 (vs 52.6 consensus). De binnenlandse dienstensector blijft de ruggengraat van de Europese economie. De diensten-PMI kende eveneens een terugval, van 53.6 tot 52.6, maar blijft in tegenstelling tot de exportgerichte maakindustrie (49.2 van 49.6) stevig boven het 50-ijkpunt.
Details toonden een vijfde opeenvolgende toename in het aantal nieuwe (binnenlandse) bestellingen, zij het aan een trager tempo dan in november. Specifieke exportorders blijven evenwel in de verdrukking. Ondervraagde bedrijven wierven per saldo voor een derde maand op rij werknemers aan. De uitstaande hoeveelheid achterstallig werk bouwden ze voor de 33e maand op rij verder af. Jobcreatie in de dienstensector oversteeg afdankingen in de verwerkende nijverheid. De deelcomponenten die een blik werpen op de toekomst tonen een omgekeerd beeld. Het is van februari 2022 geleden dat aankoopdirecteuren uit de maakindustrie de toekomst zo rooskleurig zagen. Inspanningen op vlak van defensie en de eindelijk goedgekeurde Duitse fiscale plannen spelen hun rol. Voorlopig vertalen hun woorden zich niet in daden. De aankoop van nieuwe grondstoffen daalde aan het sterkste tempo sinds maart en ook de voorraad ervan verkleinde. De stock aan afgewerkte producten slonk voor de 35e maand op rij. Die constellatie creëert ruimte voor een groei-ondersteunende voorraadcyclus volgend jaar. De keerzijde van de medaille is druk op toevoerkettingen. De doorstroomtijd steeg in december bijvoorbeeld het sterkst sinds oktober 2022. In de dienstensector, en dan vooral de Duitse, heerst deze keer meer scepsis ten aanzien van de volgende 12 maanden. De PMI-prijscomponenten toonden ten slotte sterkere toenames in zowel input- als verkoopprijzen.
Markten liggen niet wakker van de PMI’s. Ze schetsen een beeld dat perfect aansluit bij de standvastige ECB-koers en tonen geen haast om al verder te dagdromen over de timing van een eerste renteverhoging. Bovendien ligt het zwaartepunt deze namiddag met de publicatie van een half Amerikaans arbeidsmarktrapport voor de maand oktober en de volledige versie voor november. Tijdens de persconferentie van de Fed-voorzitter Powell vorige week pikte de markt vooral de signalen op die pleitten voor een voortzetting van de beleidsnormalisatiecyclus lager in het eerste kwartaal van 2026. Die reactiefunctie indachtig zien we asymmetrische risico’s waarbij de markt vooral gevoelig is aan een zwakker cijfer. Het korte eind van de Amerikaanse rentecurve en de dollar zijn zo kwetsbaar voor vervolgverliezen na vorige week.
EUR/USD haalt de schouders op na Europese PMI’s. Focus ligt op Amerikaanse arbeidsmarktcijfers