Centrale banken sluiten 2025 af
kalender af hangt, allesbehalve geruisloos. Centrale banken van Japan over Scandinavië tot in de eurozone en het Verenigd Koninkrijk zijn aan zet. De Amerikaanse Federal Reserve kwam vorige week al aan bod. Dat was qua timing een beetje ongelukkig, omdat het Bureau of Labor Statistics net deze week start met een grote inhaalbeweging van een reeks uitgestelde economische cijfers. De Fed verlaagde vorige week de rente voor een derde keer op rij maar tastte daarbij eigenlijk nog in het duister. Dinsdag brengt hopelijk licht. Op het menu staan de PMI-bedrijfsvertrouwensindicatoren, omzetcijfers uit de Amerikaanse kleinhandel en anderhalve portie arbeidsmarktrapport. De zogenaamde payrolls van oktober zijn een lightversie waarbij het BLS enkel de tewerkstellingsgroei nog kon achterhalen. Voor november krijgen we wel alle toeters en bellen. Donderdag staat in het teken van inflatie (november) maar dat is mogelijk slechts van secundair belang voor de markt. Fed-voorzitter Powell waarschuwde vorige week dat de cijfers de maandelijkse tewerkstellingsgroei mogelijks serieus overschatten: geen gemiddelde stijging met 40k (sinds april), maar wel een krimp a rato van -20k. Alles wat morgen nog maar een beetje in die richting wijst, wakkert de speculatie aan voor meer renteverlagingen op korte termijn: kw1 i.p.v. kw2 zoals de markt nu rekent. Amerikaanse (kortetermijn) rentes en de dollar zijn kwetsbaar.
Voor de greenback geldt dat deze week in het bijzonder tegenover de Japanse yen en euro. JPY kijkt uit op steun van de Bank of Japan aanstaande vrijdag. De nieuwe renteverhoging, tot 0.75%, is niet de laatste. Volgens insiders plant de BoJ begin volgend jaar bovendien een nieuwe stap in de normalisatie van het nog steeds erg soepel monetair beleid met de, weliswaar uiterst langzame, afbouw van haar gigantische ETF-portefeuille. Een gelijkaardige monetaire divergentie blaast ook wind in de zeilen van de euro. EUR/USD trok richting eerste technische weerstandsniveaus rond 1.175 binnen de zijwaartse handelsband. Het aast minstens op een test van de bovenzijde. Naast een zwakkere dollar kan ook een sterkere euro dat forceren. De ECB heeft voor donderdag geen verrassingen in petto: de 2%-depositorente is de norm en dat blijft de komende maanden zo. De markt werpt de blik echter vooruit en ziet een eerste renteverhoging opdoemen. ECB-raadslid Schnabel gooide de knuppel vorige maandag in het hoenderhok. Investeerders gaan er in mee, omdat (onderliggende) inflatie 2% of meer bedraagt maar ook omdat de Europese economie de laatste maanden de verwachtingen telkens overtreft. ECB-voorzitster Lagarde hintte al op sterkere groeiprognoses in de nieuwe voorspellingen van donderdag, die nu ook 2028 behelzen. PMI’s die het groeiverhaal niet ontkrachten, effenen voor EUR/USD het pad richting de juli- (1.1829) en vervolgens septembertop (1.1919).
We eindigen aan de overkant van het Kanaal. Het enige wat Britse inflatie woensdag moet doen, is niet versnellen. In principe volstaat dat voor Bailey om te balans donderdag te kenteren in het voordeel van een rentevermindering (3.75%) i.p.v. het status quo zoals in november. De gouverneur van de Bank of England wilde toen eerst bevestiging dat inflatie na de septemberpiek wel degelijk op zijn retour was. In oktober gebeurde dat en voor november wordt hetzelfde verwacht. Net zoals de dollar vecht het pond een ongelijke monetaire strijd uit met de euro. We blijven voorzichtig over de munt.
Doet EUR/USD een gooi naar 1.1919?