Europese rentes gaan door op hun elan
In Europa is de geest uit de fles. Rentemarkten bouwen voort op de beweging hoger die ECB-raadslid Schnabel op maandag versnelde. Ze sluit zich aan bij de consensus uit consumentenbevragingen en marktverwachtingen over de volgende rentebeweging van de ECB: hoger. Tot eind vorige week lag de 3-maands Euribor forward curve, verwachtingen omtrent de evolutie van 3-maand Euriborrente en bij uitbreiding het pad van de ECB-(deposito)rente nagenoeg vlak op 2%. Een iets hogere 2j swaprente gaf de impliciete voorkeur weer voor een renteverhoging ergens in 2027. Sindsdien schuift de markt snel op naar eind 2026 voor de start van een rentecyclus hoger door de ECB.
ECB-raadslid Simkus ging vanochtend niet zover als Schnabel, maar zijn commentaren dragen wel enige betekenis. Het Duitse raadslid Schnabel krijgt automatisch het label inflatie-havik mee. Na de hyperinflatie een eeuw geleden zit het in het Duitse DNA ingebakken om vooral op de hoede te zijn voor opwaartse inflatierisico’s. Haar commentaren lagen gevoelsmatig in de lijn met verwachtingen, maar ze bleef wel de eerste om het zo fel te benadrukken. Simkus sluit extra renteverlagingen voortaan uit en pleit stabiliteit. Omwille van zijn verschillend profiel – monetaire duif; meer verontrust over neerwaartse groei en bijgevolg inflatierisico’s – is de bocht minstens even opmerkelijk. Twee maanden geleden maakte Simkus nog een pleidooi voor een extra Europese renteverlaging uit voorzorg naar analogie met de Fed.
En zo kijken we voor de prille maand december momenteel al aan tegen een rentebeweging (swaprentes) van 15 basispunten tot 20 basispunten hoger. De buik van de rentecurve (4 tot 7 jaar) stijgt het hardst. Vanuit symbolisch oogpunt heeft het korte eind van de curve de handelsoorlog-episode (Q2-Q3) nu volledig verteerd. De hardnekkige reflex dat de ECB redder in nood zou spelen naar analogie met de periode 2008-2021 bleek ongegrond. Het kostte de nodige overtuigingskracht, maar ECB-voorzitster Lagarde zet de stabiliteitsboodschap eigenlijk al sinds de zomer in de markt. Een structureel verschillende inflatiecontext bindt nu eenmaal de handen van de centrale bank.
En zo wanen we ons opnieuw in het eerste kwartaal van dit jaar. Aan de horizon doemen geen handelsperikelen, maar wel groei-ondersteunende fiscale maatregelen op. De implementatie heeft op zich laten wachten, maar het Duitse parlement keurt volgende week bijvoorbeeld voor €52 miljard aan defensie-gerelateerde aanbestedingen goed. Fiscale stimulus komt bovenop de weerbaarheid van de Europese economie de voorbije kwartalen, de slinkende overtollige productiecapaciteit (die ruimte geeft om te groeien zonder extra inflatiedruk) en hoop op een vredesproces in Oekraïne. Ze zorgen voor opwaartse groei- en inflatierisico’s. Te meer omdat onderliggende kerninflatie en diensteninflatie al maanden schommelen respectievelijk rond 2.5% j/j en boven 3% j/j en dus boven de 2%-inflatiedoelstelling, oordelen Schnabel én de markt tot het tijd is om vooruit, en omhoog, te kijken. De euro profiteert voorlopig niet van de rentebeweging. Amerikaanse rentes trekken zich gelijktijdig recht in de aanloop naar de Fed-beleidsvergadering van vanavond. In tegenstelling tot Europa is de visibiliteit omtrent het (Fed-)rentepad een pak onduidelijker. Een paar economische uitschuivers kunnen het korte eind van de Amerikaanse rentecurve snel opnieuw onderuit halen.
EU 2j swaprente keert terug naar niveaus en narratief van eerste kwartaal