Ueda plaveit de weg voor BoJ-renteverhoging
Japanse staatsrentes drukken bij de start van december het gaspedaal in. Er komen tussen 4 en 6 bpn bij over de volledige curve. De langste looptijden, 30 en 40 jaar, beuken in op de novembertoppen. Dat waren op hun beurt de hoogste niveaus sinds de introductie van beiden in respectievelijk 1999 en 2008. Voor alle andere looptijden behoort de piek van vorige maand alweer tot de geschiedenis. Zij stoten vlot door. Dat gaat gepaard met een symbolisch belangrijke breuk van de tweejaarsrente voorbij 1%. Aanleiding voor dit rentegeweld is BoJ-voorzitter Ueda.
De baas van de Japanse centrale bank zette vanmorgen (onze tijd) voor een publiek van bedrijfsleiders een nieuwe renteverhoging in de steigers. Tijdens de decemberbeleidsvergadering zal het comité alle pro’s en cons afwegen. Nogal wiedes, maar bij centrale bankiers gaat het vaak om de (samenloop van) kleinere dingen. Ueda gaf in januari een gelijkaardige toespraak om dan later die maand de rente tot 0.5% op te trekken. De maandenlange pauze sindsdien had alles te maken met de onzekerheid rond het Amerikaans handelsbeleid. Dankzij het ondertussen gesloten handelsakkoord verminderden de economische risico’s aanzienlijk. De focus verlegt zich nu naar inflatie. Prijzen stijgen nu al bijna 3,5 jaar ononderbroken sneller dan wat de Bank of Japan zich tot doel stelt (2%). De inflatiecijfers (november) uit de regio rond de hoofdstad van vorige week vrijdag zijn meer van hetzelfde (2.7%-2.8%). Het betekent een fundamentele breuk met de decennialange periode van deflatie (prijsdalingen). Dat dringt ook steeds meer door in het private leven. Het duurder wordende leven in combinatie met een krappe arbeidsmarkt resulteert in sterkere looneisen. Het openingsbod van de grootste vakbondengroep (Rengo) voor volgend jaar bedraagt voor de derde keer op rij minimaal 5%. Dit jaar verzekerde het zich van de grootste loonstijging in 34 jaar (5.25%).
Te lang wachten met een renteverhoging kan dat laaiende inflatievuur nog meer aanwakkeren, zegt Ueda nu. Die arbeidsmarkt en loongroei is één piste, de wisselmarkt een tweede. De voorzitter haalt de yen aan als een mogelijke prijstrend-beïnvloedende factor. Gezien het brokkenparcours van de munt tijdens de afgelopen weken, is het wel duidelijk op welk risico Ueda hier alludeert. Bijkomende rentesteun komt geen moment te vroeg voor de tanende JPY. USD/JPY trok van ongeveer 146 in de zomermaanden tot bijna 158 midden vorige maand. De verzwakking ging hand in hand met de tot dan overwegend vocale aanwezigheid van de monetaire duiven binnen de BoJ. En met de benoeming van Takaichi als nieuwe premier. De yen betaalde de prijs voor haar pro-inflatoir beleid en de perceptie van Takaichi als politieke hinderpaal voor toekomstige renteverhogingen. Maar na een ontmoeting tussen Ueda en Takaichi vorige week bleek die perceptie ook maar exact dat.
Ondertussen schaalde de Japanse geldmarkt de verwachtingen voor een renteverhoging op 19 december van 0.5% tot 0.75% op van 16% tien dagen geleden tot 80%+ vandaag. In ons voorkeursscenario loopt dat nog verder op, wat in principe de Japanse rentes en de yen ondersteunt richting jaareinde. Aan 0.75% wil Ueda naar eigen zeggen een tipje van de sluier oplichten rond hoe ver de normalisatiecyclus uiteindelijk zal gaan. Dat zal in niet onbelangrijke mate afhangen van de beleidskoers aan de andere kant van de Stille Oceaan begin 2026.
Japanse tweejaarsrente (weekgrafiek) doorboort 1%. BoJ op weg naar nieuwe renteverhoging deze maand