Groei in de VS en EMU blijft goed overeind
Vrijdag overschaduwde het algemene risicosentiment de maandelijkse update van de PMI-indicatoren. Ze verdienen aandacht, ook al toonden markten zich de laatste tijd iets minder gevoelig aan de beperkt beschikbare cijfers. Om een visie te vormen over het monetair beleid verlaat de markt zich vooral op indicaties vanuit de Fed zelf. In Europa leeft het gevoel dat er forse verrassingen nodig zijn om het ECB-beleid op korte of iets langere termijn weg te voeren van de 2%-evenwichtsrente. Toch blijven data uiteindelijk de basis om een inschatting te maken over het tempo en de richting van dat beleid.
Amerikaanse PMI’s wezen op solide groei. De algemene activiteitsindicator voor november klokte af op 54.8, het beste niveau in vier maanden, vooral gedragen door de dienstensector (55). S&P schat de vierderkwartaal groei in op 2.5% (op jaarbasis) na de PMI-enquêtes van deze en vorige maand. Orderboekjes groeien fors en verwachtingen voor het komende jaar verbeteren aanzienlijk verder, onder meer door het einde van de shutdown en de hoop op steun van de Fed. Jobcreatie bleef matig door de oplopende kostendruk. Eén van de scherpste prijsversnellingen van de voorbije drie jaar sijpelt ook door naar de consument. Onder meer tarieven worden met de vinger gewezen. Op het eerste gezicht is dit geen rapport dat roept om monetaire steun. Toch gaf invloedrijk Fed-voorzitter John Williams vrijdag aan dat hij op korte termijn nog ruimte ziet om het nog steeds (matig) restrictief beleid wat verder terug te schroeven. De markt pikte het signaal op en schat de kans op zo’n renteknip in december in op 70%. De rentevork komt dan op 3.5%-3.75%. Als de Amerikaanse economie zich ook daarna kranig houdt en de inflatie (iets) te hoog blijft, wordt het voor de Fed niet zo vanzelfsprekend om begin volgend jaar snel richting de neutrale 3% te gaan.
De Europese PMI (52.4 van 52.5) wijst ook nog steeds op een naar Europese normen aanvaardbare groei. De dienstensector trekt nog steeds de kar (53.1, beste in 18 maanden). Activiteit in de verwerkende nijverheid maakt weinig indruk (50.5). De tewerkstelling stabiliseert, maar Europese bedrijven worden wel optimistischer over het komende jaar, ook al was de ordergroei iets minder dan in oktober. Vanop het prijsfront komen verdeelde indicaties. Sneller stijgende inputprijzen (sterkste sinds maart) vertalen zich voorlopig niet in hogere verkooprijzen. De druk neemt zelfs lichtjes af. S&P concludeert dat deze combinatie de ECB voorlopig niet hoeft te verontrusten. ‘Er is geen reden om de rente te verhogen (in december)’, luidt het besluit. Merk op: het debat verschuift dus impliciet van een eventueel laatste renteknip naar de vaststelling dat de ECB niet moet verhogen. Voor alle duidelijkheid, de markt houdt nog steeds rekening met een 40% kans op een renteknip volgend jaar. Een onverwacht negatief event(risico) is nodig om de huidige neutrale ECB-beleidskoers te ontwrichten.
VS 2-j rente: Fed-renteknip in december waarschijnlijk, maar neerwaarts momentum vertraagt