Liberté, Égalité, Fraternité et Dégradée
Frankrijk is voor het eerst in de geschiedenis zijn AA-rating kwijt bij een van de drie grote kredietbeoordelaars. Fitch hanteert voor onze zuiderburen sinds vorige vrijdag A+ met een stabiele outlook. Het zet Frankrijk daarmee op gelijke voet met België.
Fitch gaf de aanzet voor de verlaging in oktober vorig jaar toen het de vooruitzichten rond de kredietwaardigheid degradeerde van stabiel naar negatief. De schuldige: een ontsporende begroting. Drie (minderheids)regeringen later - Barnier, Bayrou en de in de maak zijnde Lecornu - is de kredietbeoordelaar allesbehalve overtuigd dat de situatie op korte en zelfs middellange termijn verbetert. Het versplinterd politieke landschap en de toenemende polarisering staan elke ernstige poging tot fiscale consolidatie in de weg. Fitch vreest dat de aankomende presidentiële verkiezingen van 2027 de politieke appetijt nog meer ondermijnt. De ambitie van Bayrou’s ontslagnemende regering om het tekort tegen 2029 terug te dringen tot de Europese 3%-norm vindt Fitch niet meer realistisch. Putten van >5% en een oplopende schuldgraad (tot 120%+ in 2027) zijn de komende jaren de norm.
De financiële markten waren voorbereid op het oordeel van Fitch. De schade blijft vandaag daarom beperkt. Maar de afgelopen weken nam de markt Franse activa wel al meermaals in het vizier. Staatsobligaties stonden bijvoorbeeld sporadisch onder sterke verkoopdruk. Oplopende risicopremies (kredietwaardigheid, politiek) stuwden de Franse rentes meer dan in andere landen van de eurozone. Het verschil van de tienjaarsrente met het (voormalige?) zorgenkind Italië bedraagt minder dan een half basispunt. De euro is meer dan Frankrijk alleen. Toch valt op hoe het de eenheidsmunt de laatste tijd aan levenslust ontbreekt, zelfs tegen een dollar die in afwachting van Fed-renteverlagingen al behoorlijk wat rentesteun verloor. De meerjarige juli-top van EUR/USD 1.1829 kapen op basis van eurosterkte alleen oogt niet evident terwijl de Franse politiek zich van obstakel naar obstakel sleept, alleen maar om uit te stellen wat stilaan onvermijdelijk wordt: nieuwe verkiezingen.
Komt er voor EUR/USD dan hulp uit de dollarkant van de vergelijking? De Amerikaanse centrale bank verlaagt woensdag zo goed als zeker de beleidsrente voor de eerste keer in 9 maanden. En dat doet ze waarschijnlijk nog eens in november en december (tot 3.5%-3.75%). Maar of de neus van de Fed en de markt voor 2026 al meteen in dezelfde richting zullen wijzen is onzeker. De discrepantie tussen de dot plot van in juni en de Amerikaanse geldmarkt (3% in 2026) is groot.
Ook in EUR/GBP merken we tekenen van eurovermoeidheid. Het equivalent van EUR/USD 1.1829 ligt daar op 0.8769 maar tegenwoordig is 0.87 al een moeilijke horde. Inspiratie voor GBP-beleggers komt deze week van het arbeidsmarktrapport, inflatiecijfers en omzetgroei van de Britse kleinhandel. Het besluit van de Bank of England (donderdag) staat niettemin al vast. Na de rentevermindering in augustus is de centrale bank toe aan een verlengde pauze. Alleen is dat om de verkeerde reden (te hoge inflatie ipv sterke groei) en daarom geen structurele steun voor het pond. Het andere, mogelijks belangrijkere aandachtspunt is het afbouwschema van de obligatieportefeuille. De BoE vermindert wellicht de doelstelling voor het komende jaar startende van oktober. In theorie verlicht dat de opwaartse druk op Britse langetermijn rentes. Maar in de praktijk speelt ook hier vooral de bezorgdheid rond de publieke financiën.
Haalt de Fed EUR/USD uit de impasse?