Eurorentes stoten door eerste weerstanden
Europese rentes klimmen uit het recente dal. De beweging van de afgelopen weken verloopt bijna geruisloos. Onder het motto traag maar gestaag sneuvelden inmiddels wel de eerste weerstanden. De tweejarige swaprente prikte gisteren door de septembertop op 2.18% en klopte daarmee af op het hoogste peil sinds begin april. De tienjarige looptijd (2.74%) beukt in op de bovenzijde van een zijwaarts handelskanaal tussen 2.55% en 2.75% dat sedert juli de toon zet. Een breuk hoger effent het pad eerst richting de zone 2.78% (maarttop) - 2.83% (50% herstel op de daling van 2023kw4 tot 2024kw4). Het zijn slechts tussenstops op de route naar de 3%+ die we als norm hanteren voor de nieuwe monetaire en fiscale omgeving anno 202X. De dertigjarige variant nam gisteren die horde al en bouwt vandaag voort op die technische overwinning. Het vizier richt zich nu op 3.27%, de post-Covid meerjarige top van oktober 2023. Wie de blik ruimt naar het “nieuwe, oude normaal” van vóór de rentedrukkende ECB-obligatieaankopen in de nasleep van de financiële crisis, ziet 3.8% à 4% op termijn aan de horizon opdoemen.
Het korte eind van de rentecurve kan zich steeds beter vinden in het lange status quo van de ECB. In juni van dit jaar beëindigde Frankfurt de beleidsrentenormalisatie die ze toen een jaar geleden startte. De 2% geldt sindsdien als de bodem. De ECB zal dat nooit zo zeggen, maar dat is wel haar onderliggende boodschap. Inflatie bevindt zich in de buurt van 2%. Het handelsakkoord met de VS wint geen schoonheidsprijs maar in de optrekkende mist wordt het pad richting economisch herstel zichtbaar. Daar een monetaire booster op zetten is niet alleen onnodig, het riskeert de eerdere inspanningen van de ECB te ondermijnen. De Europese geldmarkt houdt nog amper rekening met een bijkomende knip. Vanaf het derde kwartaal van volgend jaar sijpelt het idee van een renteverhoging alweer door. Het is verre toekomst maar verklaart mee waarom de kortetermijn (swap)rentes de 2% verder achter zich laten.
De langetermijnrentes kennen hun link naar de monetaire wereld via de obligatieaankopen van de ECB. Die begonnen in 2014 en piekten in 2022 met een portefeuille van +/- 5000 miljard. Dat was meer dan 40% (!) van de toenmalige uitstaande schuld in de eurozone. Door de afbouw van de portfolio in functie van vervallen obligaties staat de teller vandaag op €3900 miljard en <30%. Dit proces gaat in 2026 door. Dan komen zo’n €500 miljard eerder opgekochte obligaties op vervaldag. Met de ECB als de grote afwezige verdwijnt een koper van formaat, op het moment van stijgende financieringsnoden van de overheden. De vergrijzing, het klimaat, economische weerbaarheid en onafhankelijkheid of defensie; u kiest het maar. Duitsland, de voormalige heimat van fiscale discipline, verhoogde zopas het geschatte te ontlenen bedrag voor volgend jaar: €180 miljard is een nieuw record. Budgettair heeft het daartoe wel de ruimte. Maar elders barsten de begrotingstekorten nu al uit hun voegen en het politiek draagvlak om daar iets aan te doen ontbreekt uit vrees voor een electorale kaakslag. Frankrijk, België, de VS, Japan of het VK; u kiest het maar. We pikken er voor de gelegenheid het Verenigd Koninkrijk uit. De rentes schieten er vanmorgen met meer dan 10 bpn hoger omdat de minister van Financiën overweegt sommige belastingverhogingen in de aanloop naar de begroting van 2026 te schrappen. Dat ging in tegen de verkiezingsbeloftes maar werd als noodzakelijk beschouwd om het begrotingsgat te dichten. Een bittere pil maar wel een die de bezorgdheden van de markt rond de openbare financiën kalmeerde.
Europese 30-jarige swaprente breekt boven 3% uit