Een nieuwe wind waait door Hongaarse centrale bank
Hongaars premier Orban had waarschijnlijk iets anders voor ogen toen hij zijn trouwe partijgenoot Varga begin dit jaar naar voren schoof als kandidaat-voorzitter voor de centrale bank. Varga diende in verschillende Hongaarse regeringen aan Orban’s zijde als minister van economie, van financiën en in de rol van vicepremier. Een rots in de branding voor Orban en het Fidesz-apparaat en indien nodig een monetaire bondgenoot voor de regering. De huidige overkoepelende minister van economie en financiën, Nagy, maakte een paar jaar geleden de omgekeerde oversteek. Van vicevoorzitter van de Hongaarse centrale bank naar Orban’s economisch adviseur en daarna dus minister. Om u maar een idee te geven van de verstrengeling op het hoogste beleidsniveau.
Een paar weken geleden begonnen Orban en Nagy een publiek offensief om het monetair beleid nauwer te laten aansluiten bij het vraag-ondersteunend fiscaal beleid. De Hongaarse beleidsrente bedraagt al iets meer dan een jaar 6.5%. Een soepelere koers met lagere rentes kan de Hongaarse groei mee ondersteunen. Het is een publiek geheim dat Fidesz op zoek is naar electorale zoethoudertjes in de aanloop naar parlementsverkiezingen in april van volgend jaar. In de meest recente peilingen behoudt het grootste oppositieblok (Tisza; 43%-46%) haar voorsprong op de Fidesz-coalitie (35%-38%). Na een onafgebroken regeerperiode van 16 jaar – met grondwettelijke meerderheden – dreigt een einde te komen aan het autoritaire Fidesz-tijdperk. In een niet zo ver verleden speelden de Poolse regering en centrale bank een gelijkaardig één-tweetje. Ondanks 100 bpn aan last-minute renteverlagingen moest het PiS-blok uiteindelijk toch de duimen leggen voor de pro-Europese coalitie van huidig Pools premier Tusk.
In Hongarije is er voorlopig geen sprake van een fiscaal-monetaire entente. De centrale bank bedankte gisteren vriendelijk op het verzoek om de beleidsrente te knippen. Meer zelfs. Voorzitter Varga onderstreepte de onafhankelijkheid van de centrale bank. Een strak monetair beleid is nodig om inflatie begin 2027 blijvend terug te brengen naar de 3%-inflatiedoelstelling. Op vandaag bevindt Hongaarse inflatie (4.3% j/j) zich nog steeds boven de symmetrische 1%-tolerantieband rond de 3%-doelstelling. Varga merkte fijntjes op dat inflatie 1.5 procentpunt hoger zou zijn zonder prijsonderdrukkende maatregelen van de overheid. De Hongaarse economie presteert momenteel op twee snelheden waarbij (fiscaal-gestuwde) binnenlandse consumptiegroei contrasteert met achteruitgang in de industriële nijverheid en bouwsector. Vanaf volgend jaar verwacht de centrale bank zowel binnen- als buitenlands beterschap.
Tot slot belichten we nog een opvallende passage tijdens Varga’s vraag-en-antwoordsessie met de pers. Hij benadrukte het belang van een stabiele munt om een geloofwaardig monetair beleid te voeren. Daarmee geeft hij enerzijds een sneer naar zijn voorgangers waarbij de HUF vaak speelbal was in de zoektocht naar de grenzen van het toelaatbare qua groei-ondersteuning en stuurt hij anderzijds een niet mis te verstane boodschap naar de regering. Onder Varga’s hoede is er geen plaats voor onorthodoxe manoeuvres en al zeker niet als die ten koste komen van het herwonnen vertrouwen in de forint. De HUF handhaaft zich vandaag nabij de sterkste niveaus sinds de zomer van vorig jaar en blijft ceteris paribus (risicosentiment etc.) op appreciatiekoers richting EUR/HUF 383.
EUR/HUF: forint gaat van speelbal van monetair beleid naar naald in het kompas