RBNZ steekt een tandje bij
De Nieuw-Zeelandse centrale (RBNZ) bank schakelde vanmorgen een versnelling hoger. Ze verlaagde de beleidsrente niet met 25 maar wel met 50 basispunten. Het huidige niveau van 2.5% bevindt zich aan de onderkant van de 2.5%-3.5% vork die de centrale bank hanteert als inschatting voor de neutrale rente. Dit is het rentepeil dat de economie stimuleert noch afremt. De RBNZ laat verstaan dat ze een nog meer ondersteunend monetair beleid nastreeft.
De RBNZ legde al een lange weg af van de 5.5% die tot in juli 2024 meer dan een jaar lang de norm was. Dat gebeurde in afwisselende stappen van 25 en 50 basispunten. De versnelling vandaag gaat gepaard met een negatievere beoordeling van de economie. Van “stagneren” op de vergadering van augustus gaat het naar “zwak doorheen de eerste jaarhelft” in de huidige beleidsverklaring. Het afgelopen kwartaal kromp de Nieuw-Zeelandse economie aanzienlijk meer dan verwacht (-0.9% kw/kw). Volgens de centrale bank is dat onder meer omwille van een statistisch en slechts tijdelijk effect (seizoenzuivering). Het heeft daarom geen significante implicaties voor het monetair beleid. Vooruitkijkende indicatoren suggereren zelfs beterschap sinds vorige maand, al voegt Wellington er aan toe dat de productiecapaciteit in het land stevig onderbenut blijft. En in de argumentatie voor de grote renteverlaging verwijst het naar de neerwaartse risico’s op middellange termijn, voorbij het potentieel herstel op korte termijn. Waarom de RBNZ dan niet opteerde voor het besproken, flexibelere alternatief - 25 bpn met de intentie tot hetzelfde in november - blijft voor ons onduidelijk.
Dat is des te meer zo omdat er tweezijdige risico’s verbonden zijn aan de inflatieprognoses. De centrale bank vermoedt dat het prijspeil in het derde kwartaal met 3% op jaarbasis steeg, een versnelling van de 2.7% in het tweede kwartaal. Maar het kan ook meer zijn. Dat is niet onbelangrijk aangezien 3% de bovengrens is van de 1-3%-doelstelling. De RBNZ veronderstelt niettemin een terugkeer naar het 2%-middelpunt tijdens de eerste jaarhelft van volgend jaar.
De grote renteknip was een verrassing voor de markten. Dat vertaalt zich in een daling van de rentes over de volledige curve, getrokken door het korte eind (tot 6 bpn). De RBNZ zal het graag zien. Ze merkte op dat sommige looptijden (in het bijzonder de vijfjarige) in de nasleep van eerdere renteverminderingen minder daalden dan verhoopt. Een deel van de monetaire ondersteuning ging daardoor verloren. Misschien ligt hier wel het motief achter de onverwachte keuze voor 50 bpn. De Nieuw-Zeelandse dollar krijgt een tik. Ook dat is mooi meegenomen voor het exportgevoelige land. NZD/USD flirt met een belangrijke technische steunzone op 0.5728 (61.8% correctie op de stijging van april-juni). Maar een breuk lager is niet evident in de veronderstelling dat de ruimte voor Fed-renteverlagingen nu beduidend groter is dan de beschikbare ruimte bij de RBNZ. De geldmarkt twijfelt tussen nog 1 of 2 bijkomende verminderingen tegen midden volgend jaar. EUR/NZD kampeert sinds september boven 2. De Franse politieke impasse laat m.u.v. de beperkte uitschuiver op maandag voorlopig weinig sporen op de euro na, althans in dit muntenpaar. We verwachten op middellange termijn een verder herstel richting nieuwe 16-jarige toppen.
EUR/NZD stootte door naar >2 en maakt voorlopig weinig aanstalten voor een terugkeer