CNB lost de focus op inflatie niet
Zowel de Tsjechische (CNB) als de Hongaarse (MNB) centrale bank namen eerder deze week het monetair beleid onder de loep. Beiden lieten de beleidsrente ongemoeid en zonden een gelijkaardige boodschap de wereld in: de huidige, gematigd restrictieve 3.5% resp. 6.5% blijft nog wel voor even – minstens tot het einde van dit jaar – de standaard. We richten het vizier vandaag op Praag.
De CNB maakt naar goede gewoonte snel duidelijk waar het om draait. De beleidsverklaring trapt af met de vaststelling dat inflatie zich voor de rest van het jaar boven 2% nestelt. Theoretisch valt dat binnen voor de CNB aanvaardbare marge (2% +/- 1 procentpunt) maar ze maakt zich zorgen om de onderliggende graadmeters. Kerninflatie bedroeg 2.8% vorige maand, aangewakkerd door vastgoedprijzen en sterke loonstijgingen in de dienstensector. De loongroei in het afgelopen kwartaal trok richting 8%. Dat is ruim 1 procentpunt meer dan de CNB verwachtte, ver boven het langetermijngemiddelde en is te vergelijken met de 4-5% die consistent is met de inflatiedoelstelling. Beleidsmakers verwijzen voorts naar de hoge voedselprijzen (4.5%). Dit is een van die volatiele componenten waarvan centrale bankiers vaak abstractie maken om de onderliggende prijsdynamiek te ontwaren. Maar als ze hardnekkig hoog zijn en, vooral, blijven, dan komen ze op de radar van de centrale bank. De ECB maakte gisteren toevallig nog eens duidelijk waarom: voeding is als een alledaags verbruiksartikel cruciaal in het vormgeven van inflatieverwachtingen.
De CNB is tot slot beducht voor de parlementsverkiezingen van volgende week. De partij (ANO) van voormalige eerste minister Babis loopt voorop in de peilingen (+/-30%). ANO belooft lagere energieprijzen, hogere lonen en belastingverlagingen voor bedrijven. Dat klinkt allemaal behoorlijk inflatoir. De huidige SPOLU-coalitie (19%) onder leiding van premier Fiala wordt in de peilingen afgestraft, o.a. omwille van inflatie. Nochtans groeit het inkomen vlot sneller dan dat prijzen stijgen en gaat de Tsjechische Jan Modaal er per saldo op vooruit. Maar het is de perceptie die telt, en dan komen we al snel terug bij het belang van voedselprijzen. De Tsjechische regering leverde daarnaast lovenswaardige inspanningen om de begroting terug te dringen richting 2% van het bbp. Ze is daarmee één van de betere leerlingen in de EU. Maar daar maalt het grote publiek niet om. Zoals in het verleden al dikwijls bleek win je met besparingen geen verkiezingen. Zelfs als SPOLU het aanstaande zaterdag overleeft, blijft ze mogelijks niet immuun voor het gemor.
De CNB is op haar hoede, en niet enkel voor wat het pro-inflatoir karakter van zo’n mogelijk soepeler fiscaal beleid betekent. Voor het eerst neemt de beleidsverklaring de toegenomen marktsensitiviteit rond de oplopende schuldgraad in ontwikkelde landen op als een grote bron van onzekerheid. Tsjechië staat wat dat betreft aanzienlijk sterker (+/- 45%) maar leeft uiteraard niet in isolatie. De 10jr-swaprente boorde onlangs door 4% tot het hoogste peil sinds 2024kw2 in een beweging die haar Centraal-Europese collega’s in snelheid pakte.
De sterke Tsjechische kroon is de enige reden waarom de CNB de normalisatiecyclus nog niet formeel beëindigt. Het neerwaarts EUR/CZK-trendkanaal bracht de kroon onlangs dicht bij een tweejarige piek in de buurt van 24.2. Dit is een belangrijke technische weerstand. We leiden uit de CNB-communicatie af dat de CZK niet veel sterker hoeft en er sluimeren geopolitieke risico’s. Toch denken we dat de gunstige combinatie van monetaire, economische en fiscale factoren het opwaarts CZK-traject voorlopig in stand kan houden.
Krijgt CZK hoogtevrees bij de tweejarige top rond EUR/CZK 24.2?