Nog ééntje voor de zekerheid
De meningen waren verdeeld in de aanloop naar de beleidsvergadering van de Zweedse Riksbank gisteren. Volgens het ene kamp was de Riksbank net als de ECB met een 2%-beleidsrente gewapend om op termijn prijsstabiliteit te bereiken en tegelijkertijd onzekerheid rond het groeipad te bufferen. Volgens het andere kamp zou het DNA van de Riksbank – monetair beleid liever iets te soepel dan iets te strak – de bovenhand nemen met toch nog een renteverlaging uit voorzorg, om het met de woorden van Fed-voorzitter Powell te zeggen. Het tweede kamp haalde het. De centrale bank besliste om de beleidsrente met 25 bpn te verlagen tot 1.75%. Nieuwe vooruitzichten in het 3-maandelijkse beleidsrapport suggereren dat de Riksbank daarmee de bodem bereikt. Op het einde van de beleidshorizon is de indicatie dat de volgende verwachte beweging een renteverhoging is.
Hoewel Zweedse kerninflatie voorlopig boven de 2%-inflatiedoelstelling blijft (2.9% j/j in augustus), trekt de Riksbank zich op aan de vertragende dynamiek en voelt ze zich gesterkt in haar overtuiging dat hogere inflatie een voorbijtrekkend fenomeen is. Ze verwijst specifiek naar afnemende prijszettingsmacht bij bedrijven en naar de sterkere Zweedse kroon. Aangekondigde belastingverlagingen van de Zweedse regering doen ook hun duit in het zakje, maar die impact kan tijdelijk zijn. Bovendien liggen ze in de balans met hun groei-ondersteunend karakter. Nieuwe vooruitzichten voor onderliggende inflatie liggen ten opzichte van juni gemiddeld hoger voor dit jaar (2.6% van 2.4%), maar lager volgend jaar (1% van 1.7%) en 2027 (1.7% van 2%). Die sub-2% prognose voor de volgende twee jaren was doorslaggevend om de rente nog een laatste keer te verlagen. Veel verder hoeft niet want aan het einde van het 3e kwartaal van 2028 verschijnt – voor wat het waard is – 2.7% in de tabel.
De basis is aanwezig voor een economisch herstel, maar de Riksbank stelt vast dat de groei in deze onzekere tijden maar traag aan momentum wint. Na 0.8% vorig jaar, rekent de centrale bank dit jaar op maar 0.9% (1.2% in juni). Volgend jaar (2.7% van 2.4%) en in 2027 (2.4% van 2.3%) moet de inhaalbeweging starten dankzij de fiscale steun en een minder ongunstig geopolitiek klimaat. De vijfde opeenvolgende stijging in Zweeds consumentenvertrouwen (september) geeft de burger vanochtend alvast moed. Naar analogie duurt het iets langer dan verwacht vooraleer de Zweedse arbeidsmarkt opnieuw aantrekt. De werkloosheidsgraad zal dit jaar pieken op 8.7% (van 8.5%) vooraleer de duik in te zetten richting 7.4% aan het einde van de voorspellingstermijn.
Hoewel de renteverlaging van gisteren niet volledig verdisconteerd was, won de Zweedse kroon toch wat terrein omwille van het rentebodemsignaal. Zweedse geldmarkten schatten de kans op actie voor jaareinde voorlopig nog in op zo’n 25%. EUR/SEK dook even beneden het 11-niveau. Vanuit technisch oogpunt stelt de beweging weinig voor. Op korte termijn zijn er weinig triggers voor handen om EUR/SEK uit de 10.80-11.30 handelsband te duwen.
Mathias Van der Jeugt, KBC Marktenzaal
EUR/SEK: oord van stabiliteit