PMI’s bevestigen monetair status quo
Sinds juni bereikte de ECB een evenwichtspositie. Ze kijkt, zelfs voor langere tijd, de kat uit de boom. In september bevestigde de centrale bank die boodschap met nog meer stelligheid. Inflatie blijft over de beleidshorizon kort bij 2%. Nu de tarievenonzekerheid afneemt, kan de groei geleidelijk verder herstellen, onder meer gesteund door fiscale hulp. De risico’s zijn in beide gevallen opnieuw min of meer in evenwicht. Sommige haviken (o.a. invloedrijk raadslid Isabel Schnabel) lanceerden zelfs al het idee dat de groei mogelijk boven potentieel uitkomt en de inflatierisico’s niet mogen onderschat worden. Hoe dan ook laat de ECB zich niet door elke kleine verrassing in de (inflatie-) data opjagen. Markten blijven natuurlijk wel uitkijken naar wat de mogelijke volgende stap is. De maandelijkse PMI-vertrouwensindicatoren zijn hier een belangrijke toetssteen.
De algemene PMI voor de eurozone klokte voor de negende maand op rij af boven de 50-grens die groei van contractie onderscheidt. Het 51.2-niveau was ook het beste in 16 maanden, maar wijst op zich nog niet echt op exuberante groei. De verbetering kwam vooral op conto van de dienstensector (51.4 van 50.5). Productie in de verwerkende nijverheid houdt stand boven de 50-grens (50.7) maar het momentum taant. Voorlopig wordt de groei niet ondersteund door een verder herstel van de orders. Dalende vraag in de verwerkende nijverheid maakt een beperkte stijging van de orders in de dienstensector ongedaan. Door het gebrek aan zulke nieuwe orders teerden bedrijven opnieuw op het nog uitstaande werk. De afwezigheid van groei in de orderboekjes maakt bedrijven afwachtend wat betreft nieuwe aanwervingen. Na zes maanden tewerkstellingsgroei, blijft het niveau nu stabiel. Ook hier compenseert een beperkte stijging in de dienstensector de erosie in de verwerkende nijverheid. Dat laatste was vooral het geval in Duitsland.
Idem voor inflatie. Prijzen staan onder druk in de maakindustrie, maar de kostendruk in de dienstensector blijft ongewoon hoog. Bedrijven blijven positief over de groei het komende jaar, al ebt het momentum wat weg, vooral in Duitsland en Frankrijk. De rest van Europa ziet wel verdere verbetering.
De impact van de PMI’s op de markt blijft beperkt. De boodschap is te zwak om de verwachtingen i.v.m. het ECB-beleid bij te sturen, in welke richting ook. De markt ziet nog een beperkte kans op een laatste renteknip volgend jaar (+/- 40%). Volgens ons komt zo’n ‘voorzichtigheidsverlaging’ er niet meer. EUR/USD dobbert wat doelloos rond nabij 1.18. Normaal houden vooral de Europese markten de PMI’s in het oog. In de VS genieten de ISM-indicatoren aan het begin van de maand meer aanzien. Gezien de diffuse Fed-communicatie vorige week, valt een marktreactie straks in geval van forse afwijkende Amerikaanse PMI’s toch niet uit te sluiten.
EMU 2-j swap nestelt zich boven 2%