Britse markten gevoeliger aan begroting dan aan BoE
De Bank of England hield de beleidsrente vorige week zoals verwacht onveranderd op 4%. Twee van de negen leden, Dhingra en Taylor, hielden vast aan hun overtuiging door te stemmen voor een renteverlaging met 25 bpn. De kans dat die er voor jaareinde nog komt is klein. Stugge Britse inflatie is waar het schoentje knelt.
Britse prijzen stegen in augustus met 3.8% op jaarbasis. In september piekt het inflatiecijfer naar alle waarschijnlijkheid op 4% (publicatie 22 oktober). Dat is het enige Britse inflatiecijfer tussen nu en de novemberbeleidsvergadering (6/11). De duik richting 2% wordt naar verwachting pas volgend jaar echt ingezet. Ondertussen vormen hogere voedselprijzen, via inflatieverwachtingen, en stevige diensteninflatie (4.7% j/j) een gevaar voor een terugkoppelende werking richting loondruk. Behalve bij de twee duiven in de BoE-til is er te weinig overtuiging dat de inflatiedomino’s in de juiste richting zullen vallen om de beleidsrente snel verder te verlagen. “Gradueel en voorzichtig”, als de tijd rijp is. De Britse economie moddert wat aan, al was het groeitempo in het tweede kwartaal (0.3% kw/kw) beter dan waarop de BoE rekende (+0.1% kw/kw). De krapte op de Britse arbeidsmarkt helt langzaam over naar overschot, maar volgens de centrale bank wijst voorlopig niets erop dat de situatie er snel op kan achteruit gaan. Neerwaartse groeirisico’s blijven dominant, zowel buitenlands als binnenlands. Onzekerheid kan een rem zetten op consumptie en investeringen.
Behalve het rentebesluit kondigde de BoE aan dat ze haar QE-obligatieportefeuille de volgende 12 maanden afbouwt met £70 miljard tot £488 miljard. Ze breekt daarmee met het tempo van de voorbije drie jaren (telkens £100 miljard). De natuurlijke afbouw (£49 miljard) wordt aangevuld met actieve verkopen uit portefeuille (£21 miljard tov £10 miljard de voorbije 12 maanden). Met de obligatie-verkopen ontziet de BoE zo veel mogelijk het (zeer) lange eind van de Britse rentecurve. Proportioneel spreekt ze van zo’n 20% ten opzichte 40% aan zowel het korte als het middellange deel van de rentecurve. De BoE vermijdt zo een extra bron van volatiliteit te worden aan het uiterst gevoelige zeer lange eind van de Britse rentecurve.
De Britse 30-j rente steeg eind vorige week bijvoorbeeld opnieuw boven 5.5% uit na maandelijkse begrotingscijfers. Die worden vaak genegeerd omwille van notoir volatiel, maar winnen stevig aan belang in de aanloop naar Chancellor Reeves’ begrotingsvoorstelling eind november. In augustus liep het Britse tekort op tot £18 miljard, een pak boven de prognose van het Office for Budget Responsibility (OBR; £12.5 miljard). Sinds de start van het fiscale jaar (april) staat de teller ook al hoger dan gedacht (£83.8 miljard). Volgens geruchten zal het OBR haar inschatting over de Britse productiviteit ook neerwaarts bijstellen. Lagere groei en minder belastinginkomsten compliceren de begrotingsopmaak binnen de strikte fiscale regels nog verder. Het Britse pond verliest samen met Britse obligaties terrein. EUR/GBP herovert de kaap van 0.87 en richt het vizier op de 0.8769-jaartop.
Mathias Van der Jeugt, KBC Marktenzaal
EUR/GBP: op weg naar test van jaartop?