Trump’s OBBBA beleeft moment van de waarheid

Er komen enkele belangrijke dagen en weken aan, vooral voor Amerikaanse activa. Er is eerst en vooral de economische stand van zaken waar we het vorige week al over hadden. Ze omvat nieuwe ISM-bedrijfsvertrouwensindicatoren (het Amerikaanse equivalent van de PMI’s) en een uitgebreide inkijk in de toestand van de arbeidsmarkt. Dat bestaat uit het rapport over het aantal openstaande vacatures (JOLTS) en de tewerkstellingsgroei (de “payrolls”). Na de subtiele communicatiewijziging door de voorzitter van de Federal Reserve vorige week, zijn het korte eind van de Amerikaanse rentecurve en de dollar vooral gevoelig voor een ondermaatse uitkomst. Dat geldt in zekere zin ook voor het handelsnarratief. De toon is de afgelopen dagen constructief, zelfs tussen de VS en de EU. Volgens de Amerikaanse minister van Financiën Bessent zijn er in de aanloop naar de deadline van 9 juli (waarop de tarievenpauze afloopt) 10 à 12 landen in de running voor een raamakkoord. De ruwweg 20 overige belangrijke handelspartners krijgen mogelijk uitstel tot Labor Day op 1 september. Rentes met lange looptijden richten de argusogen deze week op een andere cruciale variabele: president Trump’s One Big Beautiful Bill Act (OBBBA).
Trump’s OBBBA is een monsterlijk groot wetsontwerp en vormt de kern van zijn binnenlands beleid. Het is een bundelwet die aan een brede reeks onderwerpen raakt. Eigenlijk wil de president zijn Republikeins maar weliswaar beperkt overwicht in het congres maximaal benutten vóór de tussentijdse verkiezingen van november 2026 de kaarten misschien anders schudden. Hij legde de Republikeinen een deadline op: het definitief ontwerp moet op 4 juli in het Oval Office ter ondertekening klaar liggen. Strak, maar niet onmogelijk. Het Huis van Afgevaardigden stemden op 22 mei nipt voor (215-214). Sindsdien buigt de Senaat er zich over. Die nam afgelopen weekend een belangrijke horde. Het keurde haar OBBBA-versie in een eerste stemming goed, met het op één na kleinste verschil (51-49). Die stemronde diende om de appetijt voor het wetsvoorstel na te gaan. Als die er a priori onvoldoende is, heeft het geen zin om vervolgens urenlang te debatteren en amenderen. Die marathonsessie vindt later vandaag plaats waarna een finale stemming volgt. Dan ligt de bal opnieuw in het kamp van het Huis: of het stemt in met de hoogstwaarschijnlijk afwijkende Senaat-versie of het beroept op een speciaal comité om een compromis uit te werken. In het tweede geval oogt Trump’s deadline onhaalbaar.
Ondertussen rolden nieuwe schattingen van het kostenplaatje binnen. De Amerikaanse begrotingswaakhond, het Congressional Budget Office, schatte de impact op de begrotingstekorten in de versie van het Huis op $2800 miljard in het komende decennium. Voor de Senaat-versie loopt dat op tot een slordige $3300 miljard, waarvan $2000 miljard al in de komende vijf jaar. Dit is gigantisch. Uitgedrukt in bbp-termen ging het CBO nog vóór de bundelwet al uit van tekorten tussen 5 en 6%. Dat wordt bij de herziening allicht 6 à 7% of nog meer. Dit is ongezien voor een periode van (relatieve) vrede en economische groei, dat kunnen we niet genoeg benadrukken. De langetermijnrentes moeten onder druk van kredietrisicopremies hoger. Ook dat kunnen we niet genoeg benadrukken.
Amerikaanse rente op 30 jaar laat recente toppen niet ver achter.
