BoE houdt de weg van de geleidelijkheid

Geen echte verrassing vanuit Threadneedle Street gisteren. De Bank of England (BoE) hield de rente onveranderd op 4.25%. Er waren wel enkele accentverschuivingen, zowel in het stempatroon als in de inhoudelijke analyse. Het blijven onzekere tijden, maar voorzitter Bailey en zijn beleidscomité blijven op koers om de rente geflankeerd door een driemaandelijks beleidsrapport in augustus opnieuw met 25 bpn bij te vijlen. Dat tempo is al in voege sinds de start van de versoepelingscyclus in augustus vorig jaar.
Inflatie ging de voorbije maanden over een hobbelig parcours. Na een stevige opwaartse verrassing in april, koelden prijsstijgingen in mei wat af. We schrijven wel nog steeds 3.4% J/J (was 2.6% in februari). De opsprong had onder meer te maken met wijzigingen in energie- en andere gereguleerde prijzen. Toch blijft de BoE hoopvol dat het onderliggende desinflatieproces zich doorzet. Omwille van technische factoren blijft inflatie dit jaar waarschijnlijk nog nabij het huidige niveau om volgend jaar (hopelijk) terug te keren richting 2%. De BoE blijft zich bewust van een tweezijdig risico (loonstijging & diensteninflatie, olieprijs, tariefonzekerheid versus het neerwaarts risico van een zwakkere vraag). Inzake groei zijn er na een sterk eerste kwartaal (0.7% kw/kw), tekenen van vertraging, zowel in de output als op de arbeidsmarkt. Dat laatste moet ook de loongroei temperen.
Wat de concrete beleidsbeslissing betreft, stemden drie van de negen raadsleden om de rente nu al met 25 bpn te verlagen. Twee ‘standaard-duiven’ en één bijkomende stem. Zij hebben vooral oog voor de afkoeling op de arbeidsmarkt. De zes andere leden willen nog iets meer duidelijkheid/bevestiging. Het beleidscomité vindt hoe dan ook dat het beleid nog even restrictief moet blijven en enkel volgens de weg van de geleidelijkheid kan worden teruggeschroefd. De terughoudende toon van Bailey op de persconferentie in mei en de inflatieopsprong deed de markt vorige maand twijfelen of er ruimte was voor meer dan één bijkomende verlaging dit jaar. Na de recent softere data (bevestigd door de BoE-analyse gisteren) aligneerden die geldmarkten zich opnieuw met het ‘één-per-kwartaal patroon’ (cumulatief 50 bpn tegen jaareinde tot 3.75%).
Het recente verlies aan rentesteun was geen hulp voor het pond. Na een kortstondige test beneden EUR/GBP 0.84 eind mei, deemstert het pond opnieuw weg tot boven EUR/GBP 0.85. Dat had echter ook te maken met de algemene onzekerheid/risico-aversie en met de moeilijke Britse budgettaire context (beperkte beleidsruimte, mogelijke druk op het lange eind van de Britse rentecurve). Die thema’s blijven sluimeren en wegen evenzeer op de Britse munt. Die krijgt vanmorgen overigens nog bijkomende tegenwind van uiterst zwakke kleinhandelsverkopen (mei). We zien EUR/GBP geleidelijk hoger trekken in de 0.8350/0.8740 handelsband met 0.8600/24 als intermediaire weerstand.
EUR/GBP: sterling op de terugtocht ook al houdt BoE vast aan een geleidelijke versoepeling.
