MNB houdt voet bij stuk

We gaan vandaag verder met ons Centraal-Europees intermezzo. Van Tsjechië gisteren trekken we richting het zuidoosten, naar Hongarije. De centrale bank (MNB) hield er gisteren voor de zevende vergadering op rij de beleidsrente onveranderd op 6.5%. Gedreven vanuit het voorzichtigheidsprincipe zal dat ook nog enige tijd zo blijven.
De MNB heeft het in de beleidsverklaring over een aanzienlijke opstoot van onzekerheid in de nasleep van de Amerikaanse tariefaankondiging. In zo’n context verkiest ze om af te wachten eerder dan op te treden, zelfs al temperde inflatie in maart meer dan verwacht en voor de eerste keer in zes maanden van 5.6% tot 4.7%. Boedapest rekent op een verdere daling in april. De MNB heeft dat wel te danken aan externe factoren, waaronder een val van de olieprijs en de introductie van prijsplafonds door de Orban-regering (in de aanloop naar de verkiezingen volgend jaar). Na april verwacht de MNB inflatie de volgende maanden flirtend met de bovenkant van de 3% +1 ppt doelstelling. Ze kan dus niet op haar lauweren rusten, te meer omdat kerninflatie met 5.7% nog een pak hoger ligt. Bovendien wegen de neerwaartse risico’s op korte termijn (van energie) niet op tegen de opwaartse op middellange termijn. Aan het potentieel opbod in de tarievenoorlog en hernieuwde zwakte van de Hongaarse munt die de centrale bank vermeldt, voegen we zelf nog aantrekkende binnenlandse consumptie toe.
In de vorige episode van nervositeit en volatiliteit trok de forint bijvoorbeeld van EUR/HUF 397 eind maart naar >410. De HUF riskeerde zo weer een bron van inflatie te worden. Die blijvende kwetsbaarheid dwingt de centrale bank om haar groei-ondersteunende natuur te onderdrukken. Nochtans valt er op basis van de zopas gepubliceerde eerstekwartaal bbp-cijfers wel iets voor te zeggen. De Hongaarse economie kromp onverwacht met 0.2%, o.a. door een zwakke prestatie van de industrie. Dat is dan nog vóór de invoering van de Amerikaanse importheffingen, die Hongarije vooral indirect treffen via belangrijke handelspartner Duitsland. De 2.4%-groeidoelstelling van de regering voor dit jaar evolueert van ambitieus naar onhaalbaar. Maar eerder dan een hulp vanuit het monetair beleid schept dat groeiende risico’s voor het fiscale. Schudt Orban, die steeds verder achterophinkt in de verkiezingspeilingen, binnenkort opnieuw iets uit de mouw?
De Hongaarse munt handelt vandaag nog steeds vlotjes boven EUR/HUF 400. Zolang dit het geval blijft, zal de boodschap van de centrale bank op korte termijn niet veranderen. We zien pas ruimte voor een nieuwe renteverlaging (van 25 bpn) ten vroegste in september. In de tussenperiode klaart de mist rond het nieuwe Amerikaanse handelsbeleid hopelijk wat op. Een lagere beleidsrente veronderstelt hoe dan ook geen onaangename verrassingen in het inflatieverloop én een stabiele, en liefst zelfs sterkere HUF. De “groene” zone situeert zich tussen EUR/HUF 395 en 400.
EUR/HUF: zwakke forint dwingt MNB in blijvend afwachtende houding
