Japanse inflatie in alle maatstaven ver boven 2%
Markt wacht vooral de handelsgesprekken en verkiezingen af

Japanse inflatie blijft ook in juni nog een eind boven de 2%-doelstelling van de centrale bank (Bank of Japan, BoJ). De hoofdreeks strandde op 3.3%, komende van 3.5%. De reeks gezuiverd voor voeding – die de BoJ vooral in de gaten houdt – liet eenzelfde cijfer optekenen. In mei trok die maatstaf nog naar het hoogste peil sinds januari 2023 (3.7%). De “conventionele” graadmeter voor onderliggende prijsdruk (exclusief voeding én energie) versnelde dan weer van 3.3% to 3.4%. Het toont aan dat de energiecomponent (basiseffecten en de recente prijsdaling) een belangrijke rol speelde in de op het eerste zicht afkoelende prijsdruk. Op sectorniveau klom diensteninflatie van 1.4% naar 1.5%, het meeste van dit jaar tot nu toe, en wijst erop dat bedrijven de stijgende loonkosten doorrekenen. Een meer dynamische benadering op basis van de maand-op-maandcijfers toont dat jaarinflatie in de sector richting 3.5% gaat na enkele maanden in de buurt van 2% te hebben gekampeerd. Voor de Bank of Japan leggen de cijfers in principe niks in de weg om de rente voort te verhogen, integendeel. De markt loopt echter niet ver weg met het idee. Een vermeerdering met 25 bpn is slechts voor 65% verwacht en dan nog pas tegen het einde van het jaar. Dat vinden we te conservatief maar we begrijpen die houding. Er zijn teveel kortetermijn stoorzenders. In de eerste plaats is er het handelsconflict met de VS. De onderhandelingen verlopen nogal stroef en de markt vreest voor de mogelijke economische impact in geval van hoge Amerikaanse invoerheffingen. Daarnaast zijn er de aankomende verkiezingen in het Japanse Hogerhuis nu zondag. De inzet is hoog: de coalitieregering onder premier Ishiba dreigt na de nederlaag in het Lagerhuis vorig jaar ook daar zijn meerderheid te verliezen. De oorzaak is onder andere net die hoge inflatie die voor gemor bij de bevolking zorgt. De vrees is dat een verlies de druk op Ishiba en co opvoert om de portefeuille open te trekken. Een zoveelste rondje fiscale stimulering tegen de achtergrond van al erg wankele publieke financiën én het einde van het gratis-geldbeleid? De markt is er niet gerust in en stuurde de langetermijnrentes recent de hoogte in, in sommige gevallen zelfs tot recordniveaus. De obligatiemarkt oogt zeer kwetsbaar (niet enkel in Japan, trouwens) en is wellicht ook deels de reden voor de erg behoedzame aanpak (en dus voorzichtige marktinschatting) van de BoJ.
Japanse dertigjare rente: aftellen naar de verkiezingen
