Japanse inflatie topt 4% voor eerste keer sinds 1981
Speculatie op BoJ-normalisatie houdt aan
Japan publiceerde vanmorgen de inflatiecijfers voor december in haar hoofdstad Tokio. Ze geven een voorsmaakje voor het nationale cijfer, dat pas tien dagen later (20 januari) bekend wordt gemaakt. De algemene inflatie versnelde van 3.7% naar 4%. We moeten al terug naar 1981 voor gelijkaardige cijfers in de tabellen. Gezuiverd voor verse voeding en energie, liep de zogenaamde kerninflatie op van 2.4% naar 2.7%. Het is een teken dat de opwaartse prijsdruk zich steeds breder verspreidt in het economisch weefsel.
Inflatie bevindt zich nu al meer dan een half jaar boven de 2%-doelstelling van de Bank of Japan. Ze houdt al die hele tijd vast aan het idee dat de huidige inflatie vooral het gevolg is van (energie)import, niet van loondruk. Ze wordt daarom gezien als niet blijvend. Maar die stelling staat steeds meer onder druk, ook vanuit de markten. De Bank of Japan voert een uiterst soepel monetair beleid met een negatieve beleidsrente (-0.1%) en een plafond op de tienjaarsrente (0%). Maar de combinatie van wereldwijde stijgende rentes samen met toenemende binnenlandse inflatie maakt de taak van de BoJ steeds uitdagender. Om het plafond op de tienjaarsrente bijvoorbeeld te garanderen, moest ze de afgelopen maanden vol aan de bak (obligaties aankopen om de rente te drukken). De markt dwong de BoJ op de knieën toen Tokio vorige maand aankondigde dat ze de toegelaten afwijking op het plafond verdubbelde van 25 bpn tot 50 bpn. Voor de markt was dat het begin van het einde van het ultra-soepel monetair beleid. Het wordt misschien een lange, maar de bocht was ingezet. Het speculatievuur wakkerde nog wat heviger nadat de Japanse zakenkrant Nikkei opperde dat de BoJ haar inflatievooruitzichten op de volgende vergadering (18 januari) aan het eind van de beleidshorizon tot kortbij 2% zou optrekken. Dit impliceert het bereiken van de doelstelling waarmee de nood van een ondersteunend beleid verdwijnt. De Tokio-inflatiecijfers deze morgen bieden wat dat betreft alvast weinig tegenargumenten. Japanse rentes stijgen vanmorgen opnieuw 3-4 bpn voor looptijden vanaf 5 jaar. De tienjaarsrente is de uitzondering (onveranderd), maar aangezien deze zich kortbij de 0.50%-bovengrens bevindt, vermoeden we dat de BoJ hier aan het werk is. De niet door de BoJ beïnvloede swaprente met dezelfde looptijd stijgt vanmorgen wél met enkele bpn. De Japanse yen handelt stabiel net beneden USD/JPY 132.