Zwaartepunt op donderdag met Amerikaanse inflatiecijfers
Republikeinse overwinning(en) in tussentijdse verkiezingen
De ECB, Fed en BoE verhoogden de voorbije weken alle drie de beleidsrente met 75 basispunten. Voor hun laatste vergaderingen van het jaar steken ze de nek (nog) niet uit. Eén ding staat wel als een paal boven water: de grootte van de renteverhogingen mag dan wel verkleinen, de verstrakkingscyclus zal langer duren en eindigen op een hogere piek. Een herhaling van de 75 basispunten lijkt meest waarschijnlijk in Europa. De Fed, maar vooral de BoE, is minder geneigd om hetzelfde te doen. De Fed omwille van de al geleverde inspanningen; de BoE omwille van het economische ontij.
In die context blijft de ruimte tot stevige correcties lager op de rente- en wisselmarkt eerder beperkt. Vandaag oogt de economische agenda uiterst mager. De aandacht verschuift plots naar de Amerikaanse tussentijdse verkiezingen voor het huis van afgevaardigden en de senaat. In het lager huis verschuift de macht zo goed als zeker naar de republikeinen. In de verdeelde senaat blijft het een nek-aan-nekrace, met een zeer licht voordeel voor een nipte republikeinse meerderheid. Hoe dan ook zal de democratische regering van President Biden het nog lastiger krijgen om grote politieke slagen thuis te halen. Vanuit marktoogpunt verwachten we weinig impact.
De meeste aandacht gaat op donderdag naar de Amerikaanse inflatiecijfers voor de maand oktober uit. De voorbije maanden matigde het hoofdinflatiecijfer gestaag van 9.1% j/j (juni) tot 8.2% j/j (september). De onderliggende kerninflatie, die abstractie maakt van volatiele componenten zoals voedsel en energie, steeg over dezelfde periode van 5.9% j/j tot 6.6% j/j. Markten hadden vooral oog voor die dreigende onderliggende dynamiek. Zet die trend zich voort, zullen de stemmen luider worden voor een laatste +75 basispunten renteverhoging door de Fed. Te meer omdat arbeidsmarktcijfers vorige week sterk bleven.