Diensten(PMI’s) redden alweer de meubelen
EUR/USD voorbij 1,07
De Europese PMI’s tonen in mei opnieuw een economie op twee snelheden. Het hoofdcijfer voor de volledige private sector gaf wat terrein prijs van 55,8 tot 54,9. De onderliggende deelreeksen voor zowel de maakindustrie als de dienstensector kalfden beide af t.o.v. april maar het zit hem in de details. In de verwerkende nijverheid brokkelde het algemene cijfer af van 55,5 tot 54,4. Niet slecht maar voort oplopende levertijden als gevolg van een door de oorlog nog versterkt materialentekort en verstoorde productiekettingen vertekenen dat beeld. Een deelreeks die peilt naar de effectieve productie herstelde maar lichtjes van het bijna status quo in april (van 50,7 tot 51,2). Voor het eerst sinds juni 2020 kromp het orderboekje waardoor het achterstallig werk aan het traagste tempo sinds augustus 2020 groeide. Correspondenten wijzen onder meer op een duidelijke verschuiving van goederen naar diensten. Dat is er ook aan te merken. De algemene reeks voor de dienstensector zette een stapje terug tot een nog steeds zeer degelijke 56,3. De sector ondervindt nog altijd de positieve gevolgen van de opheffing van de Covidmaatregelen (omicron). Dat resulteerde in een scherpe toename van bestellingen, achterstallig werk en de sterkste tewerkstellingsgroei in 15 (!) jaar. De aan de consument aangerekende prijzen stegen in beide sectoren aan het op één na snelste tempo. Er is wel een klein lichtpuntje: de stijging van fabrieksprijzen – vaak een voorbode voor de eindconsumentenprijs – vertraagde lichtjes en voor een tweede opeenvolgende maand. De stijging is wel nog steeds de derde grootste sinds 1998. De verwachtingen voor de komende 12 maand verslechterden opnieuw tot de meest pessimistische inschatting in anderhalf jaar. Een snel herstel na de grote terugval sinds de Russische inval blijft m.a.w. voorlopig uit.
De PMI’s lezen als “goed, maar …”. Voorlopig is de economie op koers, zeker in de belangrijke dienstensector. De vraag is alleen hoe lang die kan standhouden in een context waar onzekerheid en hoge inflatie steeds harder doorwegen op het vertrouwen van bedrijven en consumenten. Maar daar is de euro momenteel niet echt mee bezig. Die heeft voornamelijk aandacht voor de situatie op vandaag én voor ECB-voorzitster Lagarde die in een interview met Bloomberg de intentie herhaalde om de rente in juli en september te verhogen. De PMI’s tonen dat de economie dat wel aan kan. EUR/USD rondt de kaap van 1,07. Europese rentes reageren koeltjes. Ze verliezen tot iets meer dan drie basispunten.