Hongaarse inflatie zet MNB met de rug tegen de muur
Forint speelbal van risicoklimaat
De Hongaarse inflatie versnelde in april met 1.6% op maandbasis tot 9.5% j/j (van 8.5% in april vs 8.9% consensus). De onderliggende kerninflatie versnelde tot 10.3% j/j. Voor beide reeksen gaat het om de hoogste niveaus sinds 2001. Ten opzichte van maart stegen voedselprijzen met 3.4%. Kledij en schoenen werden 2.7% duurder en duurzame consumentengoederen 1.7%. Dienstenprijzen stegen gemiddeld zo’n 0.7% op maandbasis. De aanhoudende prijsdruk zet de Hongaarse centrale bank met de rug tegen de muur. De MNB verwacht dat de 3%-inflatiedoelstelling pas behaald zal worden in de eerste jaarhelft van 2024. Eind deze maand zal ze de beleidsrente verder verhogen in haar inflatiestrijd. Vorige maand kwamen er 100 basispunten bij (tot 5.4%). De Hongaarse geldmarkt verdisconteert een rente boven 8.5% eind dit jaar. Tegelijkertijd wil de centrale bank het verschil tussen bovenstaande basisbeleidsrente – en belangrijkste wapen tegen inflatie – en de wekelijkse depositorente (6.45%) – huidige maatstaf en vooral wapen tegen zwakke/volatiele wisselkoers – geleidelijk aan tot nul herleiden. Daarom verwachten we morgen een ongewijzigde depositorente ook al noteert de Hongaarse forint opnieuw historisch zwak rond EUR/HUF 380. De voorbije dagen was de munt vooral speelbal van het risicoklimaat.