Meest recente Economisch Vooruitzichten voor Centraal- en Oost-Europa
Centraal- en Oost-Europa kampt met schade door overstromingen
Centraal- en Oost-Europa’ (COE) werd midden september getroffen door de ergste overstromingen in twee decennia. Hoewel de overstromingen op veel plaatsen even hevig waren als die destijds in 1997 en2002, bleken de landen in de regio ditmaal beter voorbereid dankzij een combinatie van meer nauwkeurige weersvoorspellingen en meer robuuste systemen ter bescherming tegen overstromingen. Toch zullen de overstromingsgerelateerde kosten gevolgen hebben voor de overheidsuitgaven. Daardoor komen de overheidsfinanciën in de COE-landen extra onder druk te staan op een ogenblik dat zij nog altijd te gevolgen dragen van opeenvolgende schokken, waaronder de pandemie, de oorlog in Oekraïne en de energiecrisis. Dat maakt dat de begrotingstekorten ver boven de Maastrichtgrens van 3% van het bbp uitkomen.
In Tsjechië wordt de schade van de overstromingen voorlopig geraamd op ongeveer 70 miljard CZK (1% van het bbp). Dat is aanzienlijk minder dan de kosten tijdens de overstromingen van 1997 en 2002, die toen opliepen tot 3% van het bbp. De Tsjechische regering heeft al budgettaire noodsteun aangekondigd voor een bedrag van 40 miljard CZK (0,5% van het bbp), waarvan driekwart al dit jaar wordt toegekend. Als gevolg daarvan is de regering van plan de begroting voor 2024 aan te passen, meteen tekort dat zal oplopen tot 282 miljard CZK. Voor volgend jaar zal zij een begrotingstekort van 240 miljard CZK voorstellen (voorheen 230 miljard CZK).
Het is evenwel waarschijnlijk dat de uiteindelijke aan de overstromingen gerelateerde overheidsuitgaven lager zullen uitvallen. In het verleden dekt de overheid doorgaans zo’n kwart van de totale schade. Intussen dekten private verzekeringsmaatschappijen wel al 50% van de totale kosten. De eerste raming van de verzekerde schade is ongeveer 17 miljard CZK, waarvan de helft naar de huishoudens gaat en de andere helft naar bedrijven.
Daarnaast zijn er op regionaal en gemeentelijk niveau voldoende financiële middelen beschikbaar om schade door overstromingen te financieren. Beide verkeren in uitzonderlijk goede financiële omstandigheden: alleen al in de eerste jaarhelft bereikten de regio's en gemeenten een recordoverschot van 83 miljard CZK (1% van het bbp). In totaal staat er bijna 530 miljard CZK op hun rekening bij banken. Een noodzakelijke reconstructie van de regionale infrastructuur biedt de gelegenheid om (eindelijk) zwaar te gaan investeren in projecten met relatief hoge multiplicatoreffecten. Die zijn vooral belangrijk in structureel zwakkere gebieden, zoals de door overstromingen getroffen Moravisch-Silezische regio.
Verder profiteren de COE-economieën aanzienlijk van EU-financiering. In het verleden ontving Tsjechië doorgaans ongeveer een miljard CZK steun, maar ditmaal zal het land 50 miljard CZK (0,6% van het bbp) ontvangen uit het Europees Solidariteitsfonds. In totaal bedraagt de EU-steun aan de COE-landen 10 miljard euro. De vorm van de steun is ook belangrijk, namelijk zonder de standaard cofinanciering door de betrokken lidstaat wat een gemakkelijke en snelle uitbetaling moet garanderen.
Ondanks de toegenomen financieringsbehoefte van ongeveer 0,3% van het bbp, vermoeden we dat het Tsjechische begrotingstekort dit jaar iets onder de Maastrichtgrens van 3% van het bbp zal uitkomen. Uitgaande van het eenmalige karakter van de maatregelen verwachten we geen negatieve gevolgen voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op lange termijn. Zoals de Tsjechische begrotingsraad onlangs opmerkte, is de gezondheid van de overheidsfinanciën zelfs verbeterd en dreigt een mogelijke overschrijding van de schuldrem (55% van het bbp) niet langer in 2028, maar pas in 2038. Deze ramingen moeten weliswaar met de nodige korrel zout worden genomen, maar belangrijk is toch dat de Tsjechische regering dankzij de stabilisatie van de overheidsschuld over voldoende budgettaire capaciteit beschikt om natuurrampen zoals de recente overstromingen het hoofd te bieden. In de toekomst zal dit van cruciaal belang blijven, aangezien klimaatgerelateerde gebeurtenissen steeds ernstiger worden en de economische verliezen die ermee verband houden toenemen binnen de EU.