ECB verlaagt haar beleidsrente naar een ‘significant minder restrictief‘ peil

Desinflatie blijft op koers, maar onzekerheid is enorm
Volgens ECB-president Lagarde was deze renteverlaging gebaseerd op het feit dat in de eurozone de desinflatie richting de 2%-doelstelling op koers blijft; en dit ondanks het feit dat de ECB-economen in hun nieuwe economische projecties de gemiddelde inflatie voor 2025 opwaarts hebben herzien van 2,1% naar 2,3%. Dat was vooral het gevolg van hogere energieprijzen op het moment dat de projecties werden opgesteld. Vermits dit effect tijdelijk is, bleef de gemiddelde verwachte inflatie voor 2026 ongewijzigd op 1,9%, mooi in lijn met de inflatiedoelstelling van 2%. De nieuwe groeivooruitzichten van de ECB-economen liggen deze keer wel een stuk lager dan eerdere projecties: voor 2025 verwacht de ECB nu een groei van 0,9% (in plaats van 1,1%), en voor 2026 van 1,2% in plaats van 1,4%. De belangrijkste reden hiervoor zijn de aanhoudende zwakte in de verwerkende nijverheid en de grote onzekerheid die op investeringen weegt.
‘Significant minder restrictief’
Na de jongste renteverlaging is het monetair beleid van de ECB volgens president Lagarde ‘significant minder restrictief’ geworden. Met andere woorden, met een beleidsrente op 2,50%, komt men weer een stap dichter bij het neutrale renteniveau en nadert dus ook het einde van de versoepelingscyclus. De ECB benadrukte wel dat de onzekerheid enorm is, vooral met betrekking tot het economisch beleid en in het bijzonder, met betrekking tot het handelsbeleid. Daarom blijft het toekomstige ECB-beleid naar eigen zeggen data-afhankelijk en wordt het van vergadering tot vergadering opnieuw overwogen zonder enige ‘precommitment’ in verband met het rentebeleid.
Allicht hogere bodemrente
Door de verwijzing van de ECB naar het minder restrictieve karakter van haar beleid en naar de grote onzekerheid, gaat KBC Economics ervan uit dat de ECB in het tweede kwartaal nog éénmaal haar beleidsrente met 25 basispunten zal verlagen tot 2,25%. Op dat niveau zal de ECB haar versoepelingscyclus allicht beëindigen. Dat stemt ook overeen met de actuele marktverwachtingen. De obligatiemarkt reageerde per saldo nauwelijks op de rentebeslissing en ECB-communicatie, vermits die beslissing algemeen verwacht werd. De Duitse tienjaarsrente wordt bovendien op dit moment vrijwel volledig gedreven door de radicale ommekeer van de Europese en Duitse begrotingsplannen.
Internationale rol van de euro
Tijdens haar persconferentie gaf president Lagarde ook aan dat de intra-EMU rentespreads nauwelijks reageerden op de forse stijging van de Duitse tienjaarsrente tijdens de afgelopen dagen. Volgens haar was dit een teken dat de transmissie van het monetair beleid van de ECB doorheen de eurozone vlot verloopt.
Omtrent de expansieve begrotingsplannen van de EU en Duitsland vermeldde president Lagarde dat het beleid van de ECB zich enkel laat leiden door haar doelstelling van prijsstabiliteit. De ECB zal dus volgens haar op geen enkele manier bijdragen tot het faciliteren van de financiering van de extra schulden door bijvoorbeeld een impliciete hogere inflatietolerantie. Wat die financiering betreft was president Lagarde ook sceptisch over de denkpiste om het bevroren Russische kapitaal in de EU (vooral bij het Belgische Euroclear) in beslag te nemen. Respect voor het internationaal recht is volgens haar immers belangrijk om het vertrouwen van internationale investeerders in de euro te vrijwaren en zo de internationale rol van de euro als reservemunt te behouden of zelfs te versterken. In de huidige context van globale onzekerheid kan dat vertrouwen immers een competitief voordeel zijn. In dat verband verwees president Lagarde ook naar de werkzaamheden van de ECB omtrent een digitale euro. Indien de Europese beleidsmakers voor de invoering ervan kiezen, kan ook dat de internationale rol van de euro bevorderen.