Fed moet proberen markt aan de leiband te houden
Vooral obligatieaankopen in de schijnwerpers
Na de ECB, de Bank of Japan, de Bank of Canada en een reeks andere vorige week, is het deze week aan de Fed voor de eerste beleidsvergadering van het jaar. De hoofdopdracht voor Powell en co wordt om te vermijden dat de markten beginnen vooruitlopen op een eventuele geleidelijk afbouw van het uiterst gul monetaire beleid zodra uitrol van de vaccinaties en uitgebreide fiscale steun de economische motor later dit jaar volop doen aanslaan.
Wat het rentebeleid betreft, is er tot nader bericht weinig discussie. In de vooruitzichten van de decembervergadering gaf de overgrote meerderheid van de Fed-gouverneurs aan dat de beleidsrente zo goed als zeker onveranderd blijft over de periode 2021-23. Een hogere rente is maar aan de orde zodra de doelstellingen van maximale tewerkstelling en inflatie boven de symmetrische 2%-doelstelling volledig en blijvend bereikt zijn. Dat vraag tijd, zelfs in gunstig scenario.
Voor de obligatieaankopen is de zaak minder duidelijk. Tot nader bericht koop de Fed $120 mld aan overheidsobligaties ($80 mld) en hypotheek gerelateerde obligaties ($40 mld) per maand. Het is de bedoeling dat dit zo blijft tot economie ‘duidelijk op weg is’ in de richting van de doelstellingen. Dat is voor interpretatie vatbaar. De meeste Fed-gouverneurs gaven recent aan dat het debat over die timing zeker niet voor de tweede jaarhelft moet beginnen, mogelijk zelfs nog later. Rustig laten wat rustig is, is de boodschap. In 2013 zorgde een eerste aanwijzing van toenmalig voorzitter Bernanke over de afbouw van de obligatieaankopen voor heel wat beroering in de obligatiemarkt met fors hogere rentes als gevolg. Dat weerhoudt de markten er natuurlijk niet van om vooruit te kijken. In een context waar de vooruitzichten relatief gunstig blijven/worden voor de tweede jaarhelft omwille van de vaccinaties en een massale fiscale stimulus, sluimert de vraag over de timing van de obligatieaankopen hoe dan ook in de markten. Dat is a fortiori het geval omdat de inflatie, al is het maar omwille van de prijsterugval/basiseffecten van vorig jaar, dit jaar minstens ‘tijdelijk’ zal opveren. Hogere inflatieverwachtingen waren de voorbije maanden de belangrijkste reden achter een logisch, geleidelijke stijging van de lange rentes. Belangrijkste opdracht van de Fed blijft om te zorgen dat dit een ordelijk, rustig proces blijft. De massale obligatie-uitgiften (opnieuw $183 mld in einde-maand-veilingen deze week) blijven ondertussen ook een mogelijke factor van belang voor de rentemarkten. De Fed ageert ook niet op een eiland. De Bank of Canada gaf vorige week al aan dat, in een gunstig economisch scenario, de obligatieaankopen in een niet al te verre toekomst kunnen worden getemperd. De ECB zei dan weer dat haar programma van obligatieaankopen niet per se moet worden uitgeput als de marktcondities gunstig blijven. Forward guidance is een belangrijk instrument in de ‘toolkit van de centrale banken, inclusief voor de Fed. 2021 wordt het jaar waar de geloofwaardigheid van het Fed-engagement een tegengewicht moet bieden tegen de veelvuldige argumenten voor hogere (lange) rentes. Op korte termijn moet de centrale bank er wel in slagen om aan het langste eind te treken.