Opnieuw een helse rit voor olie
Zwarte goud zet tuimelperte verder
De geplande (en hoger dan verwachte) OPEC-productievermindering (1.2 miljoen vaten/dag) bracht wellicht niet de verhoopte heropleving van de olieprijs maar het stelpte toch minstens het bloeden. De prijs voor een vat ruwe olie stabiliseerde de afgelopen weken ruwweg in een $58-62-band. De dam die OPEC opwierp, hield echter niet lang stand. Olie zakte op maandag opnieuw verder weg. De zuidwaartse beweging versnelde op dinsdag, nadat het American Petroleum Institute (API) een onverwachte stijging van de voorraden meedeelde. Een vat ruwe Brentolie kon je gisteren kopen aan $56/vat.
De redenen van de schier onophoudelijke prijsdaling zijn genoegzaam bekend. De markt vreest voor een afkoeling van de globale groei. De lagere vraag naar olie die in theorie daaruit voortvloeit, oefent neerwaartse druk uit op de prijs. Tegelijk worstelt de olieprijs met een overaanbod – een verklaring die ons meer genegen is – omdat de VS acht belangrijke olie-importerende landen vrijwaarde van de Iraanse sancties. Tegen de achtergrond van recordproducties door onder meer Saudi-Arabië (onder druk van de VS), verschoof de initiële vrees voor een aanbodtekort naar een overschot.
De tuimelperte van olie sleurt ook andere marktsegmenten met zich mee. Noorwegen, een land dat zwaar afhankelijk is van inkomsten uit olie, zag haar munt gisteren stevig onderuit gaan (EUR/NOK noteert rond 9.93, komende van 9.8). Een gelijkaardig scenario stelden we vast in de Canadese dollar, die dinsdag even richting 1.35 USD/CAD ging. Ook rentes waren eenzelfde lot beschoren. De Amerikaanse 2j.-rente, bijvoorbeeld, viel terug van een eerdere herstelbeweging tot 2.68% naar 2.64%. De olieprijs stabiliseert/herstelt zich momenteel wel wat ($56.7/vat), zo ook de Noorse kroon en Canadese dollar.