Hoeveel ‘slecht nieuws’ is er ondertussen verdisconteerd in de dollar?
EUR/USD 1.2550 en DXY 89 belangrijke technische ijkpunten.
De dollar had er in de laatste twee maanden van 2020 opnieuw een moeilijke rit opzitten en de eerste drie handelsdagen van het nieuwe jaar rolt de Amerikaanse munt verder van de berg. De motor voor de dollardaling is een samenspel van factoren/argumenten die dikwijls worden samengevat onder de algemene noemer ‘reflatie-trade’. De markten gaan ervan uit dat de combinatie van een soepel monetair en fiscaal beleid de globale economie terug op koers zullen brengen waardoor ook de inflatie geleidelijk kan terugkeren richting de doelstellingen van de centrale banken. In de VS loopt dat inflatieherstel traditioneel iets vlotter dan in landen/regio’s zoals Japan of Europa. In de mate dat die hoger inflatie/inflatieverwachtingen leiden tot een lagere Amerikaanse reële rente, is dit negatief voor de dollar, ook al omdat de VS omwille van zijn structureel extern tekort blijvend nood heeft aan buitenlands kapitaal. De fundamentele logica wordt nog versterkt door een reeks andere facetten die deel uitmaken van dezelfde verhaallijn. Hogere beurzen/afnemende risico-aversie, hogere olie, goud- en andere grondstoffenprijzen, ze wijzen allemaal min of meer in dezelfde richting en zijn meestal negatief gecorreleerd met de vraag naar de dollar als ‘veilige’ reservemunt. Ook een steilere Amerikaanse rentecurve met aanhoudend lage korte rentes en aantrekkende lange rentes omwille van oplopende inflatieverwachtingen passen in deze gedachte.
Even terug naar de concrete prijsactie van de voorbije dagen en weken. Het nieuwe Amerikaanse fiscale stimuleringspakket dat eind vorig jaar op de valreep werd goedgekeurd en aan lage rentes kan worden gefinancierd, ondersteunde/versterkte de reflatiegedachte. Maandag kreeg de dollar even een adempauze door de moeilijke start van de Amerikaanse beurzen. Gisteren en vanmorgen deed de reflatiegedachte echter al opnieuw haar werk. De dollar kreeg opnieuw tegenwind van een hogere olieprijs na het OPEC+ akkoord over productiebeperkingen. Een sterke Amerikaanse ISM (met oplopende prijzen) volgt hetzelfde script. Vanmorgen krijgt de dollar een bijkomend tikje toen de stijgende kansen op een Democratische controle van de Senaat de hoop deden herleven op bijkomende fiscale stimulus. EUR/USD heeft ondertussen de volgend big figure -1.23- gerond.
Hoe ver moet deze beweging gaan? Een belangrijke marktwijsheid is om niet naar een vallend mes te grijpen. De dollar valt op dit ogenblik zeker onder deze categorie. Op technische grafieken komen ondertussen wel belangrijke technische niveaus korter bij. EUR/USD 1.2555 is de top van februari 2018. Dat niveau komt overeen met het 89.10 niveau in de handelsgewogen USD-index (DXY). Zo’n ‘high profile’ technische niveaus kunnen op zijn minst aanleiding zijn voor een moment van reflectie, zeker nu het reflatiethema toch al een hele weg heeft afgelegd sinds het thema zijn intrede deed ergens in het tweede kwartaal van vorig jaar, aan niveaus in de buurt van EUR/USD 1.10. Ook andere exponenten van die reflatie trade zijn mogelijk stillaan aan een adempauze toe. Gaat de stijging van de grondstoffenprijzen zich aan hetzelfde tempo voorzetten? Wat met de dollar als een eventuele democratische controle van de Senaat voor twijfel zorgt op de Amerikaanse beurs (belastingen/regelgeving)? Blijven de Amerikaanse inflatieverwachtingen (nu 10-j 2.25%) verder oplopen, of zijn we ook daar stilaan aan een adempauze toe? Als een of meerdere van deze trends sputtert, kan dat ook geleidelijk de druk op de dollar wat verminderen. Voorlopig spreken we nog in de voorwaardelijke wijs. Wordt zeker vervolgd.