Norges Bank optimistischer over groei …
… en verwachte start van beleidsnormalisatie
De Norges Bank is de meest recente in het rijtje centrale banken dat de laatste beleidsvergadering van het jaar houdt. Vorige week kregen we de ECB, gisteren de Fed, vanmorgen de Zwitserse centrale bank en straks volgt nog de Bank of England.
De Norges Bank trapt af met de restricties die Noorwegen recent invoerde om de nieuwe coronagolf een halt toe te roepen. Dat laat uiteraard sporen na op de kortetermijn groeiverwachtingen. Niettemin gaat de bank uit van een iets minder slecht 2020 (-1,3% vs. +0,5 ppt in vergelijking met september). Toch oogt de toekomst rooskleuriger dankzij de doorbraak in de vaccinrace. De centrale bank verwacht een vaccinatiecampagne in de zeer nabije toekomst die op termijn voor een sneller dan verwachte terugkeer van de economie naar niveaus van voor de pandemie zal zorgen. De groeiverwachtingen kregen daarom een opwaartse herziening in 2021 én 2022 tot respectievelijk 4% (+0,2 ppt) en 3,1% (+0,2 ppt). 2023 werd afgezwakt tot 1,6% (-0,3 ppt). Inflatie werd neerwaarts bijgesteld, met name omwille van de sterkere notering van de Noorse kroon dan vooropgesteld in de septemberprojecties en de verwachte beperkte loongroei. Kerninflatie blijf in 2020 (3%, -0,1 ppt) boven de 2%-doelstelling maar zal volgend jaar (2,1%, -0,2 ppt) al snel convergeren naar het gewenste niveau om in de jaren erna daar zelfs onder te vallen.
Voldoende monetaire stimulus blijft dus noodzakelijk om zowel groei als inflatie te ondersteunen, al is de bank zich wel bewust van de mogelijke neveneffecten op de financiële stabiliteit. Hoe dan ook hebben de recente vaccinontwikkelingen ervoor gezorgd dat de Noorse output gap sneller zal dichten dan initieel gedacht. Daardoor denkt de bank dat de beleidsnormalisatie, die verwacht wordt van start te gaan vanaf 2022, iets sneller kan verlopen. Het huidige traject stelt een beleidsrente van 1% voorop tegen eind 2022 vs 0,5% in september. Dat merkte ook de Noorse kroon. De markt concludeert, zoals ze dat overigens ook deed voor de ECB en de Fed, dat bijkomende versoepeling in de huidige cyclus waarschijnlijk niet meer aan de orde is. Integendeel: de risico’s verschuiven nu eerder naar de andere kant, die van een sneller dan tot nu gedachte normalisatie. EUR/NOK (10,49) valt onder het intermediaire steunniveau in de buurt van 10,52 en kijkt uit naar een tweede tussentijdse referentie rond 10,47 waarna 10,4 aan de horizon opdoemt.