Voegt Powell straks de daad bij het woord?
Ruimte voor ontgoocheling
Straks houden Powell en kompanen de eerste beleidsvergadering sinds de Fed-voorzitter de bijgeschaafde objectieven eind vorige maand uit de doeken deed. Concreet streeft de Amerikaanse centrale bank nu naar een gemiddelde van 2% inflatie. Dat betekent dat ze periodes van te lage inflatie, zoals de afgelopen jaren, tijdelijk compenseert met hogere inflatie in de toekomst. De Fed focust zich vanaf nu ook enkel op tekortkomingen in de maximale werkgelegenheid. Het verleden toonde immers aan dat de theoretische werkloosheidsgraad die gelijkstaat met opwaartse (loon)inflatie, in de praktijk nog een pak lager ligt dan gedacht. Een oververhitte arbeidsmarkt is met andere woorden geen echt grote kopzorg meer voor de Fed.
Wat betekent dit nu voor de vergadering vanavond? Wel, volgens ons niet erg veel. Het klinkt logisch om de strategische herziening van het monetaire kader meteen te koppelen aan numerieke doelstellingen. Kwestie van de intenties van de centrale bank meteen aan de markt duidelijk te maken. Dat kan bijvoorbeeld met de communicatie van een welbepaald streefdoel in de werkloosheidsgraad en/of inflatie. Dat zou de renteverwachtingen in de markt vast betonneren. Daar valt inderdaad iets voor te zeggen; het draagt bij tot de vastberadenheid en geloofwaardigheid van de Fed. Toch is dat volgens ons nog niet aan de orde. Daarvoor hebben we enkele redenen. Ten eerste verwachten we dat de nieuwe groeiprognoses een opwaartse herziening zullen krijgen. Dat is op z’n minst een vreemde context om een verdere versoepeling van het beleid (door de krachtigere communicatie) door te voeren. Daarnaast kijken we toch ook even naar enkele marktparameters: de huidige Amerikaanse renteniveaus bevinden zich al aan absolute dieptepunten. De (lange) rentes 10 of zelfs 20 basispunten lager sturen, zal de investeringspolitiek van ondernemend Amerika heus niet fundamenteel beïnvloeden. Bovendien fluctueren die binnen historisch nauwe handelsbanden. De volatiliteit (of nervositeit, zo je wil) is dus beperkt. Tot slot zit het met de marktverwachtingen rond inflatie ook wel snor. Die bevinden zich na een lang uitgesponnen beweging noordwaarts netjes in de buurt van 2%. Het marginaal nut van een nóg soepeler beleid is met andere woorden quasi nihil, zeker in het licht van de beperkte munitie die de Fed nog rest. Dat beseft Powell zeker ook.
De speculatie rond het invoeren van deze numerieke doelstellingen bouwde de afgelopen weken wel op. Een belangrijk deel van de markt positioneerde zich in die richting. Dit betekent dat er ruimte is voor een ontgoochelende marktreactie na de Fed vanavond met een (beperkte) risk-off correctie op Wall Street als gevolg. Dat kan op zijn beurt de Amerikaanse dollar in een dagperspectief ondersteunen. EUR/USD schuift dan terug zuidwaarts binnen de gevestigde 1,175/195-handelsband. We verwachten dat de onderkant wel standhoudt. Over de rentemarkten zijn we eerder agnostisch. Zelfs zonder aangepaste communicatie blijft het beleid van de Fed extreem soepel. De nieuwe renteprognoses (dot plot) zullen ook opnieuw duidelijk signaleren dat renteverhogingen nog lang niet aan de orde zijn. De impact op de Amerikaanse rentes blijft dan ook waarschijnlijk beperkt.
Mocht Powell onze mening toch niet toegedaan zijn en alsnog de communicatiepolitiek bijstelt, kijken we naar een iets zwakkere dollar. Maar ook dan gaan we niet uit van een technische breuk van de EUR/USD-handelsband. Het paar voelt zich momenteel comfortabel op die niveaus. Dat verandert in de huidige marktomstandigheden niet meteen.