Eerste negatieve Europese inflatiecijfers sinds 2016
Stijging werkloosheidsgraad valt voorlopig nog mee
Europese inflatiecijfers stelde fors teleur voor de maand augustus. Ze daalden zowel op maand- (-0.4% M/M) als op jaarbasis (-0.2% J/J). Het is de eerste keer sinds 2016 dat het Europese hoofdinflatiecijfer, dat rekening houdt met volatiele componenten zoals energie en voedsel, wijst op een prijsdaling. De onderliggende kerninflatie steeg met 0.4% op jaarbasis, veel minder dan verwacht (0.8% J/J) en het laagste tempo sinds de creatie van de euro zone. De inflatiecijfers zijn ontnuchterend voor de Europese centrale bank die al jaren alle zeilen bijzet om haar 2%-inflatiedoelstelling te behalen. Bepaalde factoren vertekenden het beeld in augustus, maar kunnen de disinflatoire/deflatoire impact van de coronapandemie niet volledig verhullen. De diensteninflatie daalde van 0.9% J/J in juli tot 0.7% J/J in augustus. Effecten die de inflatie verder drukten waren een Duitse Btw-verlaging en de latere timing van de Franse en Spaanse solden.
Samen met de inflatiecijfers publiceerde EuroStat de werkloosheidsgraad voor de maand juli. Die steeg van 7.7% tot 7.9%, het hoogste niveau sinds eind 2018. Voorlopig valt het met de stijging tov van pre-corona niveaus (7.2%) nog mee in Europa. Fiscale vangnetten beperken voorlopig naakte ontslagen en een snellere stijging van de werkloosheidsgraad.
Ondanks de zwakke Europese economische cijfers blijft EUR/USD tegen de psychologische kaap van 1.20 botsen. De data riepen een halt toe aan de intraday stijging van de Europese rentes. Die noteren opnieuw rond openingsniveaus. De Europese beurzen trappelen ter plaatse na enkele moeilijke handelsdagen.