Technische referenties sneuvelen
Optimisme troef in belangrijkste financiële markten
Op de markten is er tegenwoordig weinig tot geen plaats voor slecht nieuws. Sociale onrust in de VS, geopolitieke spanningen met China over Hong Kong, toenemende risico’s op een tweede golf van het coronavirus nu het normale leven voorzichtig herneemt, teleurstellende resultaten van een Covid-19 medicijn dat niet zo lang geleden nochtans een heuse risicospurt op gang trok … Voor de beurzen lijkt het coronavirus al geschiedenis. De EuroStoxx 50 neemt op indrukwekkende wijze het voortouw. Toegegeven, Europese activa liepen lang achterop wegens gebrek aan Europese daadkracht. Maar daar kwam recent verandering in. De aandelenindex liet een tijdje geleden al de 38,2% fibonacci referentie (februari-top tot dal in maart) rond 2900 achter zich en richt de ogen nu op 3268 (61,8%). Dat is in principe de laatste horde richting het pre-coronavirus niveau. De Amerikaanse S&P 500 komt uiterst dicht bij het 76,4% niveau van 3110. Vanaf daar ligt de weg open richting 3328 om zo de koerssprong lager van eind februari ongedaan te maken. De technologie-index Nasdaq is die horde al voorbij. Daar lonkt een nieuwe recordtop.
Op de rentemarkten blijven de bewegingen veel beperkter. Dat komt in belangrijke mate door de aanwezigheid van de centrale banken. De beleidsrente van de Fed, ECB, BoE en andere centrale banken werd tot quasi nul herleid en zal daar nog een ruime tijd blijven. Met hun (belofte tot) massale obligatie-aankopen, houden ze daarnaast ook de lange rentes artificieel laag. De ECB publiceerde wat dat betreft gisteren trouwens de eerste detailanalyse van de aankopen onder het PEPP (zie apart bericht). Niettemin stellen we een lichte opwaartse druk op de Amerikaanse en Duitse/Europese rentes vast. Overheden trekken massaal richting financiële markten om de grote fiscale ambities te financieren. Tegelijk waant de markt zich steeds meer in het economisch herstel ná corona. De economie pikt stilaan de draad terug op en dat vertaalt zich in stijgende rentes, vooral aan het lange eind van de curve. De Amerikaanse 30j. bevindt zich in een opwaarts trendkanaal en test momenteel een belangrijke weerstand in de buurt van 1,5%. De Duitse tienjaarsrente ondergaat een gelijkaardig scenario nabij -0,37/38%.
Ook in de wisselmarkten stellen we de technische grafieken stevig bij. Het marktenthousiasme duwt vooral veilige munten zoals de dollar en de Japanse yen in het defensief. EUR/USD kaapte gisteren een belangrijke weerstand rond 1,1167% (61,8% fibo retracement van maart-top tot dal). Het koppel gaat vandaag op hetzelfde elan verder en nadert een tussentijdse weerstand van 1,1237. Daarna omcirkelen we 1,1292 (76,4%) en de maart-top van 1,1495. Na de 98,27, gaf de handelsgewogen dollar (DXY) gisteren de steun rond 97,84 op (61,8% retracement). DXY blijft onder druk vandaag en schuurt tegen intermediaire steun van 97,35. Enkel tegen de ‘klassieke’ veilige munt, de Japanse yen, wint de greenback. USD/JPY (108,74) nestelt zich boven de technisch belangrijke 108. Dat niveau bakent (bakende) de bovenkant van het zijwaarts handelskanaal af en valt samen met het 50- 100- en 200-daags voortschrijdend gemiddelde. Ook in de kleinere, minder liquide wisselmarkten is het optimisme troef. De Australische dollar ging er de laatste drie dragen stevig vandoor en liet de tuimelperte van midden maart achter zich. AUD/USD ging vanmorgen even richting 0,70. In Centraal-Europa presteren zowel de Tsjechische kroon (EUR/CZK 26,52, fors beneden 27/28-consolidatiepatroon), de Hongaarse forint (345,70, cruciale steunzone rond EUR/HUF 350 brak) en de Poolse zloty (na de breuk beneden EUR/PLN 4,50 nu ook beneden de belangrijke 4,40) bijzonder sterk.