Europese inflatie versnelt onverwacht tot 5,1%
WaT nU, mEvRoUw LaGaRdE?

Inflatiecijfers van landen zoals Duitsland, Frankrijk en Spanje lieten eerder deze week weinig aan de verbeelding over. De terugval in de gemiddelde prijsstijging omwille van statistische basiseffecten bleek bijlange na niet zo groot als verhoopt. Die drie landen alleen al wegen voor 60% door in het Europese cijfer. Op een scherpe afkoeling van de historisch hoge inflatie (5%) in december moesten we dus niet rekenen. Het verdict viel zonet: een inflatieversnelling, geen vertraging, tot 5,1% j/j! Analisten gingen uit van een daling richting 4,4%. Italië, nog een zwaargewicht, speelde een belangrijke rol. Daar stegen de prijzen met maar liefst 5,3% j/j, komende van 4,2% in december. De Europese kerninflatie schakelde wel terug maar met 2,3% (vs 2,6% in december) was dat met minder dan verwacht (1,9%). Energie (28,6% j/j) blijft dus de grote voortrekker in de voort oplopende prijzen. Diensteninflatie stabiliseerde op 2,4%. Dit is het op een na snelste tempo sinds 2009.
Morgen houdt de ECB de eerste beleidsvergadering van het jaar. Voorzitster Lagarde zette alles in op een scherpe afkoeling van de inflatie vanaf 2022. Het was een belangrijk argument voor het uiterst soepel monetair beleid. De cijfers van vandaag dwingen alle monetaire duiven in het comité minstens tot nadenken. De haviken, de voorstanders van een beleidsnormalisatie liever gisteren dan vandaag, winnen een belangrijke veldslag. Voor een formele bocht in de communicatie morgen is het waarschijnlijk nog te vroeg. De ECB zette pas in december de krijtlijnen voor het beleid in 2022 uit. Daar nu aan morrelen, zonder rugdekking van nieuwe groei- en vooral inflatieprognoses, ligt moeilijk. We omcirkelen daarentegen maart: ofwel sneuvelt de guidance dat de ECB de netto-aankopen stopt vóór ze de rentes verhoogt, ofwel bouwt ze die aankopen versnelt af. Die lopen momenteel minstens tot eind 2022. Het grootste slachtoffer van die aanhoudende struisvogelpolitiek morgen is waarschijnlijk de euro, net nu EUR/USD een mooie herstelbeweging neerzet (richting 1,13). De Europese (korte) rentes voeren al enkele weken de druk hoog op. De Duitse tweejaarsrente noteert voor het eerst sinds 2015 boven de ECB-depositorente. De Europese tweejaarswaprente nadert de 2018 top van -0,087. Dat zal na de ECB morgen niet veranderen.