Europese economie komt bruusk tot stilstand
PMI’s op nooit eerdere gezien niveaus.
In de huidige context is het niet altijd duidelijk in welke mate economische data kunnen verrassen. Het referentiekader is vaak zoek. Toch waren de Europese PMI vertrouwensindicatoren nog maar eens een hard aankomende wake-up call. Volgens de Markit PMI’s ligt het dieptepunt van de economische coronacurve nog niet achter ons. De Europese composite PMI viel naar het laagste niveau (13.5) ooit in april (van 29.7 in maart). Ter vergelijking, het dieptepunt ten tijde van de financiële crisis stond op 36.2 in februari 2009. Herinner u, 50 geeft de grens aan tussen economische groei en contractie. Niet verrassend, vooral de dienstensector zakt naar onwezenlijk lage niveaus. Het vertrouwen viel er terug tot 11.7 (van 26.4). Ook het vertrouwen in de verwerkende nijverheid viel verder terug tot 33.6 (van 44.5). Ook daar viel de output terug aan een nooit gezien tempo (18.4 in april van 38.5 in maart).
De terugval in de activiteit is natuurlijk in de eerste plaats het resultaat van de vraaguitval omwille van de lockdowns. Voor zover er wel nog activiteit mogelijk is, wordt die verder bemoeilijkt door de verstoringen van allerlei toevoer en het feit dat ook het personeel niet altijd aan het werk kan blijven. Zowel in de verwerkende nijverheid als in de dienstensector vertraagt het aantal nieuwe opdrachten in een ongezien tempo waardoor het werk dat nog moet worden uitgevoerd (backlog orders) ook wegsmelt. Ook de terugval in de tewerkstelling is ongezien, zelfs wanneer men zou corrigeren voor bepaalde regimes waarbij werknemers een systeem van tijdelijke werkloosheid terecht zijn gekomen. Bedrijven die nog leveringen kunnen doen, staan vaak grote discounts toe, vooral in de dienstensector. Ook het vooruitzicht voor de activiteit over de komende 12 maanden zakte nog iets verder weg vergeleken met maart. Er is deze keer relatief weinig verschil tussen verschillende Europese landen die al data bekend maakten (Frankrijk, Duitsland). Volgens Markit wijst het April PMI-rapport op een terugval van de economie met 7.5% op kwartaalbasis! Iedereen verwachte een slecht cijfer, maar toch moet je dit toch nog een negatieve verrassing noemen.
Iets na de toch wel schokkende cijfers uit de eurozone werden ook de data uit het VK bekend gemaakt. Vooral in de verwerkende nijverheid hield de activiteit daar vorige maand nog iets beter stand, maar die positieve discriminatie is ondertussen ongedaan gemaakt. De algemene (composite) PMI (12.9) viel ver terug beneden het dieptepunt van de financiële crisis. De PMI voor de dienstensector klokte af op 12.3 (van 36.0, 29.5 verwacht). De verwerkende nijverheid viel terug tot 32.9 (van 47.8; 42 verwacht).
De marktractie op de PMI’s is gelaten. De Europese beurzen leveren schuchtere openingswinsten terug in. EUR/USD zakt beneden 1.08 en bereidt een test voor van de 1.0770 steunzone. De Duitse 10-j. rente zakt lichtjes. Het pond doet het ondanks de zwakke PMI wel nog steeds relatief iets beter goed. De daling van EUR/USD die startte na de publicatie van de eerste PMI’s (Frankrijk/Duitsland) trekt ook EUR/GBP wat verder mee al zien we daarvoor weinig argumenten in het VK rapport. Het pond heeft ondertussen wel het grootste deel van de olie-correctie van eerder deze week goed gemaakt. 0.8680/0.8700 blijft de eerste belangrijke (en we vermoeden ook moeilijke) steun.