Primaire markt voor bedrijfsobligaties met rommelkrediet heropent…
… Dankzij Fed
Voor de meeste Europese investeerders gaat de handelsweek vandaag pas van start. In de VS was het verlengde paasweekend gisteren al voorbij. Daarbij zagen we de terugkeer van een opvallende afwezige: verschillende Amerikaanse bedrijven met een kredietbeoordeling beneden BBB- (“rommelkrediet”) slaagden erin gezamenlijk $2 miljard op te halen via het plaatsen van nieuwe bedrijfsobligaties. Die deelmarkt is een tijdlang slechts uiterst beperkt open geweest. Het risicovolle karakter van die bedrijfsobligaties zette ze in het uitstelraam tijdens de paniekbewegingen van de voorbije maand. De prijsdaling lokte een synchrone rentestijging op de secundaire markt uit tot meer dan 11%, het hoogste niveau sinds de crisis van 2008. Investeerders vrezen dat (sommige) bedrijven met minder gunstige kredietprofielen de coronapandemie niet zullen overleven. Een liquiditeitsprobleem (gebrek aan cash flow) kan zich omzetten in een solvabiliteitsprobleem (problemen met aflossen van schulden) als de lockdownmaatregelen nog lang in voege blijven.
Vanwaar komt de plotse interesse van investeerders dan om terug “in zee” te gaan met deze bedrijven? Opnieuw moeten we in de richting van de Amerikaanse centrale bank kijken. Die kondigde vorige week donderdag nog maar eens een reeks noodmaatregelen eraan. Één ervan houdt de aankoop van ETF’s in die de markt bedrijfsobligaties (< BBB-) volgt. Een tweede maatregel omvat het aankoopprogramma van bedrijfsobligaties. De Fed koopt enkel obligaties met een goede kredietrating, maar neemt een foto van de situatie op 22 maart. Bedrijven die door S&P, Moody’s of Fitch daarna veroordeeld werden tot rommelkrediet (vb. Ford) vallen dus toch nog in aanmerking. Op de secundaire markt vielen de rentes voor deze obligaties terug tot de buurt van 9%.