Amerikaanse inflatie klimt naar 2.5%
Markt blijft stoïcijns
De consumentprijzen (CPI) stegen in de VS in januari met 0.1% m/m tot 2.5% j/j. De kerninflatie, die geen rekening houdt met de volatiele voedsel- en energieprijzen klokte af op 0.2% m/m en 2.3% j/j. De Amerikaanse consument betaalde meer voor huur en andere kosten die verband houden met een woning. Ook verschillende andere diensten waaronder vliegreizen werden duurder. Energiekosten, kosten voor vervoer en onder andere medicijnen werden goedkoper.
Aan 2.5% (2.3%) kruipt de Amerikaanse inflatie langzaam boven de 2.0% doelstelling van de Amerikaanse centrale bank. Toch was de marktreactie uiterst beperkt. Vooreerst waren de date kort bij de consensusverwachting. Bovendien kijkt de Fed vooral naar een andere prijsindicator, de zogenaamde ‘core PCE-deflator’ en die bevond zich in december nog wel ruim beneden de 2.0% (1.6%). Last but not least, de aandacht van de markt gaat op dit ogenblik eerder uit naar de mogelijke negatieve gevolgen van het coronavirus voor de wereldwijde economische groei, eerder dan naar prijsdata. De Amerikaanse rente brokkelde vanmorgen wat af omwille van de het heropflakkeren van de onzekerheid over corona, maar de terugval viel eerder al stil. Het CPI-rapport veranderde daar nauwelijks iets aan. EUR/USD blijft ondertussen neerwaarts georiënteerd.