Britse economie stagneert in vierde kwartaal
Pond laat het niet aan het hart komen
Het VK publiceerde vandaag een resem data met de vierdekwartaalgroei als blikvanger. Daaruit blijkt dat de Britse economie na een onverwacht sterk derde kwartaal (0.4% kw/kw) stagneerde in de laatste drie maanden van 2019. De nulgroei was zoals verwacht, al anticipeerde toch een belangrijke minderheid van de markt op een lichte contractie. Het jaar-op-jaarcijfer (1.1%) haalde de lat (0.8%) wel vlotjes. Details onthullen dat vooral de overheidsbestedingen (2.1% kw/kw) en de export (4.1% kw/kw) de ‘groei’ in Q4 droegen. Private consumptie groeide amper 0.1% kw/kw, het traagste tempo sinds de eenmalige uitschuiver van eind 2015. De investeringen krompen met 1.6%. Andere, gelijktijdig gepubliceerde data (industriële productie in december) schetsen ook niet meteen een rooskleurig beeld.
Toch speelde in de cijfers allicht een vorm van onzekerheid. De Britten kenden vorig jaar opnieuw vervroegde verkiezingen. De onzekere uitkomst liet begrijpelijkerwijs sporen na op het sentiment en bestedingen van zowel de consument als producent. Dat puntrisico is inmiddels van de baan. Johnson’s Conservatieve Partij behaalde een absolute meerderheid. Hijzelf belooft een gul fiscaal beleid waarbij ook de bedrijven wellicht een duwtje in de rug krijgen. Ook brexit nam na meer dan drie jaar bakkeleien een belangrijke horde op 31 januari van dit jaar. Een en ander leidde al tot een stevige opstoot van het bedrijfsvertrouwen (PMI’s) in december. In de mate dat dit vertrouwen zich op (korte) termijn vertaalt in de harde data, denken we dat het pond niet per se veel van haar pluimen hoeft te verliezen. De munt laat de eerder flauwe cijfers ook niet echt aan het hart komen. EUR/GBP handelt nagenoeg stabiel t.o.v. openingsniveaus rond 0.845.