Amerikaanse ISM laat contractiegebied achter zich
Uitbodeming verwerkende nijverheid nabij?
Gisteren kregen we met het Amerikaans bedrijfsvertrouwen in de verwerkende nijverheid (ISM) een nieuwe vinger aan de economische pols. De belangrijke cyclische indicator bevond zich al sinds augustus 2019 beneden het neutrale 50-peil dat de grens aangeeft tussen groei en contractie in de sector. Economen voorspelden dat de malaise in de maakindustrie aan de start van het nieuwe jaar zou aanhouden. De januari-lezing overtrof evenwel nagenoeg alle verwachtingen.
De ISM sprong overeind van 47.8 in december tot 50.9 in januari. Consensus verwachtte een bescheiden herstel tot 48.5. Het is de eerste keer in 6 maanden dat het cijfer groei in de sector suggereert (>50). De positieve bijdrage kwam er in hoofdzaak van belangrijke deelreeksen zoals nieuwe bestellingen (van 47.6 naar 52) – ook in de export (53.3 vs. 47.3) – en een heropleving in de productie (van 44.8 naar 54.3). Werkgelegenheid (45.2 naar 46.6) blijft wel wat achterwege maar zou in theorie moeten aantrekken naarmate de fabrieksmotoren weer (blijvend) op volle toeren draaien.
We willen de pret niet bederven maar maken toch enkele belangrijke kanttekeningen. Het herstel van het vertrouwen in januari is allicht in belangrijke mate gedreven door de (ondertekening van de) partiële handelsdeal tussen de VS en China. Volgens ISM waren de meeste respondenten voor het eerst in maanden inderdaad terug positief over de (wereld)handel. Het handelsconflict is echter zeker nog niet helemaal beslecht. Er openen zich mogelijk zelfs nieuwe fronten (met Europa). Het thema dreigt in de komende maanden het sentiment opnieuw te kapen. Ook de recente ontwikkelingen manen aan tot voorzichtigheid. Industriële klepper Boeing kondigde midden januari een productiestop van het model 737 MAX aan. Rond diezelfde periode kenden we de uitbraak van het coronavirus. Het zijn twee elementen die allicht sporen nalaten op het sentiment en de economie maar mogelijk nog niet helemaal in de januari-cijfers verwerkt zijn. Het is volgens ons daarom nog te vroeg om de uitbodeming van de verwerkende economie te prediken.
De prijsbeweging suggereert dat de markt misschien eenzelfde mening is toegedaan. De Amerikaanse rentes en dollar deden het doorheen de dag al niet zo slecht. Maar van additionele winsten na de ISM was nauwelijks sprake. Andere belangrijke data later deze week (diensten-ISM en de payrolls) zijn minstens ook een deel van de verklaring voor het lauw onthaal door de markt. De rentemarkten deden er uiteindelijk zo’n 2 tot 4 basispunten bij, de dollar steeg tot 1.106 tegenover de euro (komende van 1.108).