NBP-voorzitter Glapinski houdt voet bij stuk
“Rentes blijven stabiel tot 2022”
De beleidsvergaderingen van de Poolse centrale bank zijn al enige tijd niet de meest boeiende. NBP-voorzitter Glapinski maakte de afgelopen maanden meermaals en heel duidelijk dat hij de rentes tot aan het eind van zijn termijn, 2022, onveranderd op 1.50% wil laten. De onverwacht sterke inflatie afgelopen dinsdag kon daar mogelijk verandering in brengen. De Poolse CPI klokte in december immers af op 3.4% j/j, veel meer dan de 2.8% verwacht en maar nét binnen de marge van de 1% die de NBP toelaat bovenop haar 2.5%-inflatiedoelstelling. Beleggers keerden helaas van een kale reis terug.
Glapinski minimaliseerde tijdens de beleidsvergadering gisteren de forse inflatieopstoot. Ze werd eigenlijk door de NBP verwacht. Glapinski voegt er eerlijkheidshalve wel aan toe dat ze dacht dat die pas in januari zou plaatsvinden. Het zou zelfs geen verrassing zijn mocht de inflatie omwille van fiscale redenen in het eerste kwartaal boven 4% gaan. Maar dat alles is in de ogen van de centrale bank slechts een tijdelijk fenomeen. De NBP blijft positief over de (vooruitzichten rond de) Poolse economie. De BBP-groei vertraagt waarschijnlijk lichtjes in de komende kwartalen maar blijft dankzij een gezonde arbeidsmarkt onverminderd sterk. De onzekere/fragiele toestand van de globale economie blijft wel de dreigende wolk aan de hemel.
De NBP is dan ook van mening dat gegeven die onzekerheid en de slechts tijdelijk hogere inflatie de huidige lage rente van 1.5% opportuun blijft. Glapinski herhaalde zijn mantra van stabiele rentes tot in 2022. Voor de wisselmarkt was dat niets nieuws onder de zon. De zloty versterkte gisteren uiteindelijk marginaal. De beweging was voornamelijk sentimentsgedreven (cf. Trump’s speech). EUR/PLN wist vandaag die beperkte verliezen zelfs terug uit. Het koppel noteert momenteel rond 4.24/5. We houden de zloty toch op de radar. Inflatie toont over het algemeen voorzichtige signalen van een opwaartse trend. Aanhoudend hogere niveaus kunnen de centrale bank op termijn het vuur wel eens aan de schenen leggen.