Houdbaarheidsdatum geopolitiek marktthema eens te meer beperkt?
Aandacht verschuift naar Europese inflatie en Amerikaanse ISM
De risicobarometer op financiële markten sloeg gisteren om van storm in Azië over windstil in Europa tot opklaringen in de VS. De handelsweek ging slecht van start omwille van de verbale sneren tussen de VS en Iran het voorbije weekend. Voorlopig blijven woorden en doet de internationale gemeenschap er alles aan om de angel zo snel mogelijk uit het conflict te halen. Geopolitiek risico heeft van nature een korte houdbaarheidsdatum als dominant marktthema. QED. Tenzij het conflict militair escaleert, gaan we ervan uit dat de marktimpact opnieuw tijdelijk is/was. Vooral de veerkracht van de Amerikaanse beurs viel gisteren al op. Openingsverliezen van om en bij 0.5% werden met sprekend gemak omgebogen in winsten van dezelfde grootorde.
Vanochtend volgen Azië en Europa het voorbeeld van Wall Street. Hoewel de spanning in het Midden Oosten de nieuwskanalen zullen blijven inpalmen, verschuift de marktaandacht toch weer naar de economische cijfers. Specifiek houden we de Europese inflatiecijfers en de Amerikaanse ISM-bedrijfsvertrouwensindicator voor de dienstensector in de gaten. De Europese kerninflatie, die geen rekening houdt met volatiele componenten zoals voeding en energie, steeg de voorbije maanden op kousenvoeten tot 1.3% op jaarbasis, een evenaring van het inflatiepeil in april 2017 en 2019. De markt verwacht een stabilisatie op dat niveau, maar we sluiten een opwaartse verrassing niet uit. Een stijging tot 1.4% j/j zou de sterkste zijn sinds 2015. Hoewel we daarmee nog een eindje verwijderd blijven van de ECB’s symmetrische 2%-inflatiedoelstelling, verwachten we toch een beperkte reactie hoger in de euro en de Europese langetermijnrentes. EUR/USD kan de kaap van 1.12 proberen te heroveren. Wat de Amerikaanse ISM betreft sluiten we ons aan bij de markverwachting (stijging van 53.9 tot 54.5). Die zou de discrepantie tussen de malaise in de exportgerichte verwerkende nijverheid (47.2) en de standvastige binnenlandse diensteneconomie eens te meer benadrukken.