Een ‘hawkish cut’? Een ‘dovish pause’? De Fed heeft voorlopig genoeg gedaan.
Lat voor USD rentesteun ligt wel nog steeds zeer hoog.
De Amerikaanse centrale bank (Fed) hield zich gisteren aan het ‘afgesproken’ script. De Fed-fund beleidsrente werd voor de derde keer dit jaar met 25 bps verlaagd tot een doelzone van 1.50%-1.75%. Er waren wel opnieuw gouverneurs de niet akkoord waren en de rente onveranderd wilden houden.
Zowel uit het de beleidsverklaring als uit de persconferentie van Fed-voorzitter Powell bleek dat de Fed waarschijnlijk op een (mogelijke langere) rentepauze afstevent. De recente renteverlagingen moeten in principe volstaan om de economie op koers te houden, de tewerkstelling blijvend te ondersteunen en de inflatie nabij 2% te houden. Powell gaf ook aan dat de tegenwind die Amerikaanse economie ondervindt omwille van de handelsspanning met China mogelijk afneemt nu beide partijen een eerste gedeeltelijk handelsakkoord voorbereiden. Zolang de economische data niet opnieuw wijzen op een significante, verdere verslechtering in de activiteit of de inflatie, kijkt de Fed de kat uit de boom. Anderzijds ligt de laat voor een eventuele renteverhoging heel hoog. Daarvoor moet de inflatie blijvend en duidelijk boven de (symmetrische) 2.0%-inflatiedoelstelling postvatten. Dat lijkt voorlopig helemaal niet aan de orde. De Fed-voorzitter herhaalde ook dat de recente maatregelen om de spanning op de geldmarkt te verminderen enkel technisch zijn en niet als een vorm van versoepeling mogen worden bekeken.
De marktreactie was al bij al beperkt en logisch omdat de beslissing grotendeels in lijn was met de marktverwachting. De rente en de dollar stegen even na de publicatie van de beleidsverklaring maar die beweging werd vlot teruggedraaid tijdens de persconferentie. Powell heeft het niet met zoveel woorden gezegd, maar de markt kwam tot de conclusie dat de reactiefunctie van de Fed toch ietwat asymmetrisch blijft. Zwakke data zullen Powell en co waarschijnlijk gemakkelijker overhalen tot een bijkomende renteknip. De (inflatie)lat voor een verhoging ligt (heel) hoog.
Die (gepercipieerde) asymmetrie in de Fed-reactiefunctie bepaalt op korte termijn waarschijnlijk ook het koerspatroon van de dollar. De Amerikaanse munt blijft mogelijk iets gevoeliger voor zwakke dan voor betere data. Eerste ijkpunt volgt morgen met het ISM-bedrijfsvertrouwen en de payrolls. Voor een verdere stijging van EUR/USD zou het natuurlijk ook helpen als de Europese data op zijn minst tekenen van uitbodeming (hopelijk beterschap) vertonen. EUR/USD nadert wel een eerste intermediaire weerstand nabij 1.1180. Een breuk boven 1.1250 zou het technische beeld verdere versterken. Een terugval beneden 1.10 zet het knipperlicht minstens terug op oranje, maar we zien de kans op dat scenario afnemen. Als bijvoorbeeld, de verhoopte verbetering in de Sino-Amerikaanse handelsrelaties er niet komt, kan het voorzichtig optimisme natuurlijk snel onderuit worden gehaald, ook voor EUR/USD.