Fed verlaagt de rente met 25 bpn. Bijkomende verlaging kan nog, maar is ver van zeker.
Rente en dollar stijgen, maar (technisch) beeld verandert niet. Wait-and-see is het codewoord.
De Fed, de Amerikaanse centrale bank, verlaagde gisteren de rente zoals verwacht met 25 basispunten. De nieuwe doelzone voor de Fed-fund geldmarkrente komt daarmee op 1.75%-2.0%. De beslissing was niet unaniem. Eén gouverneur (Bullard) stemde voor een verlaging met 50 bpn. Twee anderen (George & Rosengren) wensten helemaal geen verlaging meer.
De dots (de economische en monetaire verwachtingen van de individuele Fed-gouverneurs) toonden nauwelijks wijzigingen voor groei en inflatie dit en volgend jaar. Uit de ‘rentedots’ bleek wel opnieuw dat het beleidscomité er uiteenlopende meningen op na houdt over het toekomstig rentebeleid. De mediaan van de ‘rentevoorspellingen’ geeft geen renteverhoging meer aan voor dit en volgend jaar. Een grote minderheid verwacht echter wel nog een verlaging in 2019 of 2020. Op de persconferentie zei voorzitter Powell dat de Fed de economie blijft steunen indien nodig. Ze houdt daarbij de data, maar ook de internationale context (handelsconflict) in het oog. De export en de investeringen hebben het moeilijk, maar de consument houdt meer dan goed stand. Conclusie: de Fed stelt zich soepel op. Is de Amerikaanse economie sterk genoeg of heeft ze bijkomende preventieve steun nodig? De Fed wordt ‘data- en event dependent’.
Voorzitter Powell kreeg uiteraard ook veel vragen over de recente spanning op de geldmarkt. Hij wil dat onderwerp gescheiden houden van het monetaire beleid. In eerste instantie zal de Fed dit probleem op ‘ad-hoc basis’ blijven aanpakken via aparte repo-operaties. Ook voor vandaag is er een nieuwe liquiditeitsoperatie aangekondigd. Een aantal technische rentes werden ook iets meer verlaagd dan de Fed-funds rente. De Fed kijkt naar een uitbreiding van haar balans (structureel hogere liquiditeit) en zal daar ten gepaste tijde op terugkomen. Voorlopig beschouwt de Fed de geldmarktproblematiek als een technisch (lees niet economisch) probleem.
De markt was uiteraard ontgoocheld dat de Fed zich niet duidelijker engageerde om het beleid verder te versoepelen. De rentes veerden op en de dollar versterkte. Die bewegingen hebben wel het globaal technisch beeld niet ten gronde veranderd. De markt is voorzichtiger geworden in haar anticipatie op verdere versoepeling. Toch is nog steeds een kans van ongeveer 70% op een nieuwe verlaging in Q4 van dit jaar en houdt de markt nog steeds rekening met een volgende verlaging in 2020. Eventueel minder sterke data kunnen die speculatie snel opnieuw aanwakkeren. Voor de dollar is dit een vrij neutraal verhaal. Zowel de ECB als de Fed hebben hun beleid bijgestuurd en kijken nu de kat uit de boom. De aanhoudende hogere rentesteun kan de Amerikaanse munt op korte termijn sterk houden. Toch blijft een breuk beneden EUR/USD 1.09 niet evident. Daarvoor moeten de cijfers waarschijnlijk sterk in positieve zin verrassen.