Zweedse inflatie koelt fors af
Schade voor de kroon blijft (opvallend) beperkt
Gisteren werden in Zweden inflatiecijfers voor de maand augustus bekend gemaakt. Die ontgoochelden. De algemene CPI inflatie daalde met 0.4% op maandbasis tot 1.4% j/j. De markt ging uit van een stabilisatie op 1.7%. Ook de CPIF die de Zweedse centrale bank (Riksbank) hanteert, viel terug van 1.5% j/j tot 1.3% j/j. De Zweedse kroon nam aanvankelijk een stevige, logische, duik.
Op haar beleidsvergadering vorige week hield de Riksbank de beleidsrente onveranderd op -0.25%. Eind vorig jaar verhoogde de centrale bank de beleidsrente een eerste keer deze cyclus met 0.25bpn. Vorige week behield ze haar scenario van een nieuwe verhoging eind dit jaar of begin volgend jaar. De Riksbank erkende dat de globale groei vertraagt en weegt op de activiteit in Zweden. Na de stevige groei van de voorbije jaren is de capaciteitsbezetting in de Zweedse economie nog steeds hoger dan gemiddeld. De Riksbank argumenteerde ook dat de inflatie al bij al kort bij de 2.0%-doelstelling blijft.
Dat laatste was uiteraard niet meer het geval na de inflatiecijfers gisteren. De softe aanpak van de Riksbank gedurende de voorbije jaren indachtig, concludeerde de markt dan ook dat de beleidsnormalisatie op de helling stond. De kroon dook lager, maar herstelde later opvallend vlot. Verschillende factoren spelen hier mogelijk mee.
Vooreest waren de recente activiteitsdata in Zweden meestal beter dan verwacht. Nog belangrijker: na de middag waren er commentaren van Riksbank gouverneur Ingves. In een niet zo ver verleden, zou zo’n lage inflatie zeker voor een (zeer) softe/accomoderende toon gezorgd hebben. Dat was gisteren helemaal niet het geval. Ingves toonde zich niet echt ongerust over inflatie/inflatieverwachtingen. Hij ziet voldoende vraag om de inflatie opnieuw naar de 2.0% doelstelling te brengen. Ook de zwakke kroon duwt de inflatie hoger. Ingves concludeerde dus niet dat de voorzichtige normalisatie nu al moet worden afgeblazen. De commentaren geven ook opnieuw aan dat de Riksbank de kroon niet verder wil verzwakken van de huidige historisch lage niveaus. De markt pikte het signaal alvast op. Aan het einde van de dag had de kroon de eerdere verliezen zo goed als ongedaan gemaakt. De prijsbeweging gisteren bevestigt alvast de werkhypothese dat EUR/SEK 10.85 een stevige steun is voor de kroon. Een terugval beneden 10.50 zou een bijkomende technische indicatie zijn dat de kroon zijn ‘moeilijke periode’ stilaan achter zich laat.
We voegen er een bijkomend element aan toe dat op termijn in het voordeel van de kroon kan spelen, of toch op zijn minst een verdere daling kan afremmen. Zoals Duitsland heeft ook Zweden veel fiscale ruimte om de economie indien nodig te ondersteunen. Ook in Zweden evolueert dit politiek debat traag, maar de eerste tekenen van een mogelijk minder strikte aanpak doemen op aan de horizon. Als het fiscale beleid de groei ondersteunt, neemt dat druk weg van de monetaire poot en kan, ceteris paribus , de druk op de munt verminderen. Debat wordt zeker vervolgd, in Zweden, maar ook daarbuiten.