Bank of England: 'start aan de vooravond van Brexit is anders dan na het referendum'
Een renteverlaging is geen zekerheid in geval van een no-deal Brexit.
Vandaag verschenen BoE voorzitter Carney en drie andere BoE-gouverneurs op een reguliere hoorzitting voor een commissie van het Britse Parlement. Officieel licht de BoE hier haar beleid toe aan de hand van het driemaandelijkse inflatierapport dat de basis vormt voor haar monetaire beleid. In de huidige context kreeg de bank natuurlijk veel vragen over haar aanpak van Brexit. In dat verband kreeg de BoE al dikwijls heel wat commentaar uit politieke hoek als zou ze zich niet onafhankelijk opstellen en een voorkeur hebben voor een bepaalde uitkomst van het proces. Het was dus op eieren lopen voor Carney en Co.
De Bank of England bekijkt in haar analyse van de mogelijke gevolgen van Brexit de opties van een softe Brexit met een overgangsregeling en de optie van een no-deal Brexit. Het scenario dat het VK binnen de EU blijft wordt niet bestudeerd. Hoewel de BoE zich niet politiek mag uitlaten, gaf voorzitter Carney toch aan dat een akkoord met een (lange) overgangsperiode te verkiezen is. Carney gaf ook aan dat het risico op een no-deal uitkomst ‘oncomfortabel hoog’ is.
Na het Brexit-referendum in 2016 versoepelde de BoE het beleid om de mogelijk negatieve gevolgen op de economie te beperken. De BoE benadrukt nu dat een gelijkaardige reactie ver van zeker is. In tegenstelling tot eind 2016 bevindt de Britse economie zich nu dicht bij de grenzen van haar capaciteit en de inflatie heeft ondertussen de BoE-doelstelling bereikt. De BoE zal er in haar beleid vooral rekening mee houden hoe de vraag/aanbod-balans en het koersverloop van het pond de inflatie zullen beïnvloeden. Een positieve uitkomst met een vertrouwensherstel vraagt waarschijnlijk een verstrakking van het monetaire beleid. In een no-deal Brexit bestaat echter ook de kans dat een schok het aanbod sterker beperkt dan de vraag. Samen met een zwakker pond kan dat de inflatie aanwakkeren en de BoE er toe dwingen het beleid toch te verstrakken. Boodschap van de BoE lijkt te zijn dat er veel mogelijke uitkomsten zijn van Brexit, ook voor het monetaire beleid. De kans is wel kleiner dan in 2016 dat Brexit leidt tot een snelle en scherpe versoepeling van het beleid.
Voorlopig ziet de markt de analyse van de BoE toch vooral als een eerder technische, academische oefening. Het pond won aanvankelijk beperkt terrein tijdens de hoorzitting maar EUR/GBP keerde al vrij snel terug richting 0.89.